ECLI:NL:RBZWB:2025:4690

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
02-068304-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van gevangenisstraf voor ontuchtige handelingen en kinderpornografie

Op 18 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere zedenmisdrijven. De verdachte, geboren in 1977, werd beschuldigd van het dwingen van een 12-jarig meisje tot ontuchtige handelingen via social media, het verzenden van pornografisch materiaal naar dit meisje, en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het verspreiden van kinderporno en het misleiden van een 16-jarig meisje tot het plegen van ontuchtige handelingen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en verplichte behandeling. De verdachte werd ook veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder een bedrag van €5.000 aan het 12-jarige slachtoffer en €1.500 aan het 16-jarige slachtoffer. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en nam in overweging dat de verdachte zich na zijn aanhouding heeft ingespannen voor behandeling van zijn problematiek.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-068304-24
vonnis van de meervoudige kamer van 18 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1977 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
raadsman mr. R.E. Drenth, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 juli 2025, waarbij de officier van justitie mr. E.M.H.C.B. van Aalst en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
feit 1: via social media een meisje van 12 jaar oud heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf en daarvan foto’s en video’s naar hem te sturen, die hij vervolgens heeft opgeslagen;
feit 2: via Snapchat foto’s en video’s van een (stijve) penis of van een masturberende man heeft verzonden naar ditzelfde meisje;
feit 3: via social media, door zich voor te doen als een ander persoon, een meisje van 16 jaar oud heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf en tot het sturen van foto’s en video’s daarvan naar hem, die hij vervolgens heeft opgeslagen;
feit 4: kinderpornografisch materiaal (hierna: kinderporno) heeft verspreid, vervaardigd, verworven en in bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het primair ten laste gelegde feit 1. Volgens de verdediging heeft verdachte na het uiten van de dreiging richting [slachtoffer 1] dat hij foto’s online zal plaatsen en haar of haar ouders op komt zoeken, geen foto’s of video’s meer van [slachtoffer 1] ontvangen. Dit geldt ook voor de door verdachte naar [slachtoffer 1] verstuurde berichten inhoudende “je bent gvd van mij”, “zou echt m’n best doen als ik jou was”, “ik kom gewoon naar je toe hoor”, “stuur ik anders je pa wel een berichtje of je ma” en “echt hey, ik spring nog voor de trein”. Dit betekent dat die gedragingen en berichten niet hebben geleid tot het door [slachtoffer 1] gedwongen plegen van ontuchtige handelingen.
In de tenlastelegging blijven daarom alleen de berichten over “ik weet dat jij dit ook wilt” en “ik moet nu spuiten, doe iets” die verdachte aan [slachtoffer 1] heeft gestuurd. Die berichten zijn echter onvoldoende om te kunnen spreken van dwang. Voor het primair ten laste gelegde feit 1 moet verdachte daarom worden vrijgesproken.
Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde feit 1 voert de verdediging geen bewijsverweer. Verdachte heeft over dit feit een bekennende verklaring afgelegd.
Feit 2
De verdediging voert met betrekking tot feit 2 geen bewijsverweer. Verdachte heeft over dit feit een bekennende verklaring afgelegd.
Feit 3
De verdediging voert met betrekking tot feit 3 geen bewijsverweer. Verdachte heeft over dit feit een bekennende verklaring afgelegd.
Feit 4
Met betrekking tot feit 4 merkt de verdediging op dat slechts 50% van de kinderporno die op de telefoons van verdachte is aangetroffen direct benaderbaar was en dat het overgrote deel van dit materiaal afkomstig is van het handelen van verdachte waarop de feiten 1 en 3 zien.
Daarnaast ontkent verdachte bewust video’s van zijn toenmalig minderjarige stiefdochter [slachtoffer 2] te hebben gemaakt in de badkamer van de woning waar zij destijds beiden verbleven. Volgens verdachte zijn de video’s per ongeluk gemaakt met de camera van zijn scheerapparaat waarmee hij zijn schaamstreek schoor.
Over de op zijn telefoon(s) aangetroffen kinderporno waarop niet nader geïdentificeerde minderjarigen zijn te zien, heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij niet van alle foto’s en video’s afweet, dat hij meer grote bestanden pornografisch materiaal binnenhaalde en dat hij niet precies wist wat hier allemaal tussen zat.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Over de ontuchtige handelingen zoals opgenomen in het primair onder feit 1 ten laste gelegde heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd. Daarom wordt voor de bewezenverklaring van die handelingen volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen in bijlage II.
In tegenstelling tot wat de verdediging bepleit, is de rechtbank van oordeel dat [slachtoffer 1] door verdachte tot het plegen van die ontuchtige handelingen is gedwongen door middel van een andere feitelijkheid, oftewel dat sprake was van dwang zoals primair onder feit 1 ten laste is gelegd.
Dit komt uitdrukkelijk naar voren in het tussen verdachte en [slachtoffer 1] gevoerde chatgesprek, waarin verdachte stuurt: “kom op schatje, ik wil je, ik weet dat jij ook wilt”. [slachtoffer 1] reageert op deze berichten met “nu niet”. Waarop verdachte reageert met de berichten “Wel nu, ik moet nu spuiten, doe iets”.
[slachtoffer 1] laat verdachte in dit chatgesprek weten dat zij op dat moment geen foto’s of video’s kan of wil sturen. Verdachte is zich van deze weigering bewust, maar neemt hier geen genoegen mee en maant [slachtoffer 1] op gebiedende toon om wel direct wat naar hem te sturen. Van [slachtoffer 1] , die op dat moment slechts 12 jaar oud was en in de veronderstelling verkeerde al enige tijd contact te hebben met een jongen van 16 jaar oud, kon redelijkerwijs niet verwacht worden dat zij weerstand kon bieden aan deze reactie van verdachte. In haar aangifte verklaart [slachtoffer 1] ook dat verdachte haar op een gegeven moment vroeg om foto’s te sturen zonder kleren aan, dat verdachte dan opdringerig werd en dat zij zich uiteindelijk zo gedwongen en gemanipuleerd voelde dat zij daaraan heeft toegegeven.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het primair ten laste gelegde feit 1 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Aangezien verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd over dit feit wordt voor de bewezenverklaring daarvan volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen in bijlage II.
Feit 3
Aangezien verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd over de gedragingen
zoals opgenomen onder feit 3 wordt voor de bewezenverklaring daarvan volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen in bijlage II.
Feit 4
De rechtbank stelt vast dat niet ter discussie staat dat er op de telefoon(s) van verdachte foto’s en video’s zijn aangetroffen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] die als kinderpornografisch zijn aan te merken. Verdachte had het beeldmateriaal van deze personen in afzonderlijke mappen opgeslagen, met als titel de voornamen van deze personen. Hij was zich dus bewust van de aanwezigheid van dit beeldmateriaal, had hierover de beschikkingsmacht en had ook de bedoeling om dit beeldmateriaal te bewaren. Dit betekent dat verdachte opzet had op het bezit van kinderporno.
Gelet op de bewezenverklaarde feiten 1 en 3 staat ook niet ter discussie dat verdachte opzettelijk kinderporno heeft verworven.
Verder acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het met opzet vervaardigen van kinderporno. Het gaat daarbij om het opnemen van een video van beeldbellen met [slachtoffer 3] en om het heimelijk opnemen van video’s in de badkamer van de woning van zijn toenmalig partner, waarop de op dat moment 14-jarige [slachtoffer 2] deels of geheel naakt te zien is. De verklaring van verdachte dat deze laatstgenoemde video’s per ongeluk zijn gemaakt, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Tussen de aangetroffen video’s zit namelijk ook een video waarin verdachte in beeld komt en de richting van de camera bijstelt van gericht op de vloer naar meer naar boven gericht met de gehele douchedeur in beeld. Bovendien zijn deze video’s in de telefoon(s) van verdachte geplaatst in een map getiteld ‘ [slachtoffer 2] ’.
Tot slot acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verspreiden van kinderporno. Op 23 september 2023 heeft hij via Snapchat twee afbeeldingen van een gedeeltelijke ontklede [slachtoffer 1] naar ene [gebruikersnaam] verzonden. Daarnaast is gebleken dat verdachte ook één van de hiervoor genoemde filmpjes waarop [slachtoffer 2] is te zien, heeft doorgestuurd via WhatsApp.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op meer tijdstippen in de periode van 1 december 2022 tot en met 12 juli 2023 in Nederland, door een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010, heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het maken van foto's en filmpjes waarop het (deels) ontblote lichaam en/of de vagina en/of de vagina met enig voorwerp van die [slachtoffer 1] te zien is en
- het toesturen van deze foto's en filmpjes via sociale media aan hem, verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen,
en bestaande die andere feitelijkheid uit
- het dwingend tegen die [slachtoffer 1] te zeggen ‘ik weet dat jij dit ook wilt’ en/of ‘ik moet nu spuiten, doe iets’;
2
in de periode van 1 december 2022 tot en met 31 juli 2023 te [woonplaats] , meermalen, via Snapchat een afbeelding, te weten een foto en/of video, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt en aangeboden en vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010, terwijl hij wist dat die [slachtoffer 1] jonger was dan zestien jaar, immers heeft verdachte aan die [slachtoffer 1] een foto en/of video verzonden, waarop een (stijve) penis van een ander zichtbaar was en/of een ander zichzelf aan het masturberen was;
3
op meer tijdstippen in de periode van 20 april 2023 tot en met 4 mei 2023 in Nederland, door misleiding, te weten door zich, verdachte, voor te doen als een ander persoon, via sociale media, middels een technisch hulpmiddel waaronder een virtuele creatie van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, zich voordeed als een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te weten als ‘ [alias 1] ’ en ‘ [alias 2] ’, [slachtoffer 3] , geboren [geboortedag 3] 2006 , die op dat moment de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen door
- het maken van foto's en filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of billen en/of vagina van die [slachtoffer 3] te zien is en
- het toesturen van deze foto's en filmpje(s) via sociale media aan hem, verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
4
op meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 maart 2023 tot en met 23 september 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, meermalen afbeeldingen, te weten foto's en video's en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
- een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy A71, goednummer PL2000-
2023244129-2639867) en
- een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy A52s, goednummer
PL2000-2023244129-2639870),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verspreid, verworven, vervaardigd, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een vinger/hand en/of de mond/tong en/of voorwerp, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto’s in Toonmap 03, 08 en 10)
en/of
het met een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 01,02 en 10)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden,
(Foto`s in Toonmap 04, 05, 06, 07 en 09)
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
De verdediging bepleit dat bij feit 3 niet uitdrukkelijk als bestanddeel is opgenomen dat verdachte ‘wist of redelijkerwijs moest vermoeden’ dat de persoon aan wie hij foto’s en video’s toezond, de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt. Daarom valt het ten laste gelegde niet te kwalificeren als een overtreding van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikel luidde ten tijde van de ten laste gelegde periode. Voor feit 3 moet volgens de verdediging daarom ontslag van alle rechtsvervolging volgen.
Anders dan de verdediging bepleit, bevatte artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat artikel luidde ten tijde van de ten laste gelegde periode, niet de passage ‘wist of redelijkerwijs moest vermoeden’. De gedragingen zoals die onder feit 3 ten laste zijn gelegd, zijn naar het oordeel van de rechtbank daarom wel te kwalificeren als een overtreding van voornoemd artikel. Ontslag van alle rechtsvervolging is dus niet aan de orde.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 302 dagen, waarvan 300 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden en met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft gezeten. De officier van justitie vordert daarnaast een taakstraf van 240 uur, bij niet voltooiing te vervangen door 120 dagen hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging sluit zich aan bij de vordering van de officier van justitie.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van ongeveer tien maanden schuldig gemaakt aan vier verschillende zedenmisdrijven, waarvan minderjarige meisjes het slachtoffer zijn geworden.
In de periode van december 2022 tot medio juli 2023 heeft verdachte zich tegenover [slachtoffer 1] , die op dat moment 12 jaar oud was, op social media voorgedaan als een jongen van 16 jaar. Hij heeft haar op geraffineerde wijze en met dwang zover gekregen dat zij hem foto’s en video’s heeft toegezonden, waarop zij herkenbaar in beeld is met een (deels) ontbloot lichaam of waarop zij seksuele handelingen bij zichzelf verricht. Verdachte heeft op zijn beurt foto’s en video’s van een (stijve) penis of masturberende man naar [slachtoffer 1] verzonden.
Op een soortgelijke wijze, maar dan zonder gebleken dwang, heeft verdachte gedurende twee weken in april en mei 2023, [slachtoffer 3] bewogen tot het plegen van ontuchtige handelen bij zichzelf. Ook hiervan ontving verdachte foto’s en video’s die hij heeft opgeslagen. [slachtoffer 3] was op dat moment 16 jaar oud en betrof de voormalig vriendin van de zoon van verdachte.
Verdachte erkent dat hij bij dit handelen alleen de bevrediging van zijn eigen lusten en het voeden van zijn verslaving voorop heeft gesteld en dat hij niet stil heeft gestaan bij de leeftijd van de slachtoffers, noch bij de mogelijke gevolgen voor hen. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk. Dergelijk handelen kan immers zorgen voor ernstige psychische schade bij minderjarigen en een normale seksuele ontwikkeling in de weg staan. Dat deze gevolgen zich in dit geval ook daadwerkelijk hebben verwezenlijkt en dat het strafbare handelen ook impact heeft op de naasten van een slachtoffer, blijkt onder meer uit de verklaring van de ouders van [slachtoffer 1] , zoals die ter zitting is voorgelezen.
Daarnaast heeft verdachte zich in de periode van maart 2023 tot september 2023 op verschillende manieren beziggehouden met kinderporno. Het moge duidelijk zijn dat de rechtbank dit verdachte ook zwaar aanrekent. Op de telefoons van verdachte zijn 502 foto’s of video’s aangetroffen die als kinderporno bestempeld zijn. Tussen dit materiaal bevonden zich onder meer video’s die verdachte zelf heimelijk heeft gemaakt van nota bene zijn eigen toenmalig 14-jarige stiefdochter in de badkamer van het huis waar zij beiden woonden, een plek die voor haar veilig moest zijn. Daarnaast ging het om foto’s en video’s van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en van niet nader geïdentificeerde minderjarigen. Ook voor bij kinderporno betrokken minderjarigen geldt dat zij daardoor vaak psychische schade oplopen die gedurende lange tijd diepe sporen kan nalaten. Daarnaast is het vrijwel onmogelijk om eenmaal online geplaatste of gedeelde foto’s en video’s definitief te laten verwijderen. De angst om ooit (indirect) geconfronteerd te worden met deze foto’s en video’s is een gegeven waarmee de slachtoffers moeten leren leven.
Nadat verdachte door de politie met zijn strafbare handelen is geconfronteerd, heeft hij direct zijn medewerking verleend aan het onderzoeken van zijn telefoons en heeft hij stukje bij beetje steeds meer openheid van zaken gegeven. Hij is schuldbewust en heeft spijt betuigd.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 mei 2025, waaruit blijkt dat verdachte uitsluitend is bestraft voor een verkeersovertreding. Hij is dus niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ook heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 16 juni 2025. Hieruit volgt dat het recidiverisico door de reclassering niet kan worden ingeschat, omdat onderzoek naar eventueel seksueel deviant gedrag ontbreekt. De reclassering adviseert om verdachte bij een veroordeling een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, verplichte ambulante behandeling, inclusief diagnostisch onderzoek, en vermijden van kinderporno. Ter zitting is gebleken dat verdachte gemotiveerd en bereid is om zich aan al deze bijzondere voorwaarden te houden.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op de informatie van ITMYS van 4 juli 2024, waaruit volgt dat verdachte daar vanaf 9 oktober 2023 een intensief ambulant traject heeft doorlopen voor zijn vermeende seks-/aandachtverslaving. Sinds de start van de behandeling heeft verdachte daar 22 individuele sessies gevolgd en vanaf november 2023 wekelijks een groepssessie, wat hij tot september 2024 is blijven doen. Dat verdachte nadat zijn strafbare handelen aan het licht is gekomen op eigen initiatief met zichzelf aan de slag is gegaan, is een aspect wat de rechtbank in zijn voordeel meeweegt.
De op te leggen straf
Gelet op de aard en de ernst van de feiten ziet de rechtbank aanleiding om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de korte periode van het voorarrest van verdachte overstijgt. Kijkend naar de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de LOVS-oriëntatiepunten, zou dit kunnen resulteren in een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele jaren. De ernst van de feiten leidt dan ook tot een hogere straf dan door de officier van justitie gevorderd.
In de door verdachte doorlopen behandeling bij ITMYS, zijn proceshouding en het advies van de reclassering ziet de rechtbank echter reden om de duur van de gevangenisstraf te matigen en om een deel daarvan voorwaardelijk op te leggen. Aan dit voorwaardelijke deel verbindt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, zodat verdachte diagnostisch onderzocht en behandeld wordt en hij op het vlak van het vermijden van kinderporno enige tijd kan worden gemonitord.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met bijzondere voorwaarden, passend en geboden is. De tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, zal in mindering worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partijen

Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1 en feit 2)
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade voor feit 1 en feit 2, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte feit 1 en feit 2 heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de daardoor geleden schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De verdediging betwist de vordering van de benadeelde partij niet en verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard om deze vordering te betalen. De rechtbank zal deze vordering daarom toewijzen, inclusief de gevorderde wettelijke rente vanaf 31 juli 2023. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag en de wettelijke rente. Dit betekent dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
Benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3)
De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 17.500,- aan immateriële schade voor feit 3.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte feit 3 heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De verdediging betwist de hoogte van de gevorderde immateriële schade.
De benadeelde partij stelt, naar de rechtbank begrijpt, dat sprake is van geestelijk letsel en heeft ter onderbouwing daarvan informatie van De Hoop ggz ingebracht. Uit die informatie blijkt dat er op 30 augustus 2022 een behandelovereenkomst is gesloten en dat er op 16 december 2022 een intakegesprek heeft plaatsgevonden. Het sluiten van die overeenkomst en het voeren van het intakegesprek vond dus plaats ruim voor het bewezenverklaarde feit 3. Hiermee is het geestelijk letsel onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank is wel van oordeel dat gezien de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, onmiskenbaar sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze dan door lichamelijk letsel of aantasting in zijn eer of goede naam. Dit betekent dat de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt. Gelet op alle omstandigheden, waaronder de relatief korte periode waarin het strafbare handelen plaatsvond, de gevolgen voor de benadeelde partij voor zover deze nu bekend zijn en de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, acht de rechtbank vergoeding van een bedrag van € 1.500,- billijk.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige gedeelte van de gevorderde immateriële schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaren. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal het toe te wijzen schadebedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2023 tot aan de dag der voldoening. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag en de wettelijke rente.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 63, 240a, 240b, 246 en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feit 2:een afbeelding, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, verstrekken aan een minderjarige van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd;
feit 3:door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd;
feit 4:een afbeelding van een seksuele gedraging en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en/of vervaardigen en/of verwerven en/of in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, unit Breda , na het maken van een afspraak via telefoonnummer 088-8041505. Verdachte blijft zich melden op afspraken van de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte wordt verplicht tot diagnostisch onderzoek en het volgen van behandeling door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte gedurende de proeftijd:
a. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal;
b. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
c. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
d. het seksueel getint communiceren met minderjarigen vermijdt;
e. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder a en b zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd;
- het toezicht op de naleving van de onderdelen a. tot en met d. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die verdachte in gebruik heeft;
- verdachte werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die verdachte in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past verdachte de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet;
- de controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen;
- de controles mogen gedurende de proeftijd maximaal (circa) drie keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van verdachte zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1] (feit 1 en feit 2)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 5.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2023, tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] , € 5.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 31 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 60 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
[slachtoffer 3] (feit 3)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 1.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 4 mei 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , € 1.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 4 mei 2023 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 25 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.M. Pooyé, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en
mr. N.W.A. Dekens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Lemmens, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 juli 2025.
Mr. R.H.M. Pooyé is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot
en met 31 juli 2023 te [woonplaats] , en/of te [plaats 1] , althans in Nederland
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid,
[slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010 heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden
van een of meer ontuchtige handelingen, bestaande uit
- het maken van foto('s) en/of filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of
de vagina en/of de vagina met ingebrachte vinger(s) en/of een fles, althans enig
voorwerp van die [slachtoffer 1] te zien is/zijn en/of
- het toesturen/tonen van deze foto('s) en/of filmpje(s) via sociale media aan hem,
verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen,
en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het dwingend tegen die [slachtoffer 1] te zeggen ‘ik weet dat jij dit ook wilt’ en/of ‘ik moet
nu spuiten, doe iets’ en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij foto`s online zal plaatsen en/of
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij die [slachtoffer 1] en/of haar ouders op zal komen
zoeken en/of hierbij dwingend tegen die [slachtoffer 1] te zeggen ‘je bent gvd van mij’, ‘zou
echt m’n best doen als ik jou was’, ‘ik kom gewoon naar je toe hoor’, ‘stuur ik anders
je pa wel een berichtje of je ma’ en/of ‘echt hey, ik spring nog voor de trein’;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot
en met 31 juli 2023 te [woonplaats] , en/of te [plaats 1] , althans in Nederland
met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog
niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd,
(telkens) bestaande hierin dat hij, verdachte ontuchtig
via sociale media contact heeft gezocht en/of onderhouden met die [slachtoffer 1] en/of
seksueel getint(e) gesprek(ken) heeft gevoerd met die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 1] heeft aangespoord en/of opdrachten en/of instructies heeft gegeven om
ontuchtige handeling(en) te verrichten, bestaande uit
- het maken van foto('s) en/of filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of
vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) en/of een fles, althans enig voorwerp
van die [slachtoffer 1] te zien is/zijn en/of
- het toesturen/tonen van deze foto('s) en/of filmpje(s) via sociale media aan hem,
verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
( art 247 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot
en met 31 juli 2023 te [woonplaats] ,
meermalen, althans eenmaal,
via Snapchat een afbeelding, te weten een foto en/of video, bevattende een
afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de
leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond aan een
minderjarige, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2010, terwijl hij wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat die [slachtoffer 1] jonger was dan zestien jaar,
immers heeft verdachte op voornoemde datum aan die [slachtoffer 1] een foto en/of video
verzonden, in elk geval verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond, waarop zijn,
verdachtes, (stijve) penis, althans een (stijve) penis van een ander, zichtbaar was en/of verdachte, althans een ander, zichzelf aan het
masturberen was;
( art 240a Wetboek van Strafrecht )
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met
31 mei 2023 te [woonplaats] , en/of te [plaats 2] , althans in Nederland
door misleiding,
te weten door zich, verdachte, voor te doen als een ander persoon,
via sociale media, middels een technisch hulpmiddel waaronder een virtuele creatie
van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, zich
voordeed als een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, te
weten als ‘ [alias 1] ’ en/of ‘ [alias 2] ’,
[slachtoffer 3] , geboren [geboortedag 3] 2006 , die op dat moment de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te plegen of van hem, verdachte,
te dulden, door
- het maken van foto('s) en/of filmpje(s) waarop het (deels) ontblote lichaam en/of
billen en/of vagina en/of vagina met ingebrachte vinger(s) en/of voorwerp, althans
enig voorwerp van die [slachtoffer 3] te zien is/zijn en/of
- het toesturen/tonen van deze foto('s) en/of filmpje(s) via sociale media aan hem,
verdachte, waarvan hij vervolgens de opnames heeft opgeslagen;
( art 248a Wetboek van Strafrecht )
4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 maart 2023 tot en
met 23 september 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of
gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten
- een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy A71, goednummer PL2000-
2023244129-2639867 en/of
- een mobiele telefoon (merk Samsung Galaxy A52s, goednummer
PL2000-2023244129-2639870,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken,
heeft
verspreid (door het versturen van foto`s en/of filmpje(s) via snapchat)
verworven,
vervaardigd,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of de mond/tong en/of voorwerp, vaginaal en/of
anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto’s in Toonmap 03, 08 en 10)
en/of
het met een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen
geslachtsdeel en/of billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 01,02 en 10)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of \
(waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s)
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht
worden,
(Foto`s in Toonmap 04, 05, 06, 07 en 09)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling;
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht )