Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- mevrouw [naam 1] , psycholoog;
- mevrouw [naam 2] , (waarnemend) arts;
- mevrouw [naam 3] , verpleegkundige;
- de echtgenote van betrokkene.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1950. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat, en verschillende zorgprofessionals zijn gehoord. De betrokkene heeft aangegeven niet in het verpleeghuis te willen blijven en wil naar huis, maar de psycholoog en de (waarnemend) arts hebben verklaard dat de betrokkene vanwege zijn psychogeriatrische aandoening, te weten (frontotemporale) dementie, 24-uurs zorg en begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet meer in staat is om zelfstandig te functioneren en dat er aanzienlijke risico's zijn op verwaarlozing en ernstig letsel als hij terugkeert naar de thuissituatie. De rechtbank heeft daarom de gevraagde machtiging verleend, maar deze beperkt tot een duur van twee jaar, in plaats van de gevraagde vijf jaar, op basis van de mogelijkheid dat de betrokkene na deze periode kan volstaan met een vrijwillig verblijf. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Phillips, rechter, en is op schrift gesteld op 15 juli 2025.