ECLI:NL:RBZWB:2025:468

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2025
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
24/946
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 januari 2025, wordt het beroep van eiser, [eiser] Ltd., tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes van 19 december 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 371,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat de griffier eiser op 25 september 2024 en opnieuw op 24 oktober 2024 heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat eiser dit niet tijdig heeft gedaan. Eiser heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar de rechtbank acht dit niet aannemelijk, aangezien de verplichting tot betaling van het griffierecht niet verontschuldigbaar is. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/946

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 januari 2025 in de zaak tussen

[eiser] Ltd., uit [plaats], eiser

(gemachtigde: [gemachtigde]),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van 19 december 2023.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 371,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiser bij brief van 25 september 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 24 oktober 2024 eiser nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brief op 30 oktober 2024 om 11.28 uur is bezorgd en dat voor ontvangst is getekend.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiser heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, omdat de gemachtigde wegens detentie en de daaruit voortvloeiende gevolgen zijn activiteiten niet kan voortzetten indien het griffierecht dient te worden voldaan. Gemachtigde geeft aan geen inkomen en/of vermogen te hebben. De rechtbank heeft dit beroep op betalingsonmacht op
24 september 2024 afgewezen, omdat zij het niet aannemelijk acht dat de verplichting tot betaling van het griffierecht de rechtsgang van [eiser] Ltd. moeilijk of onmogelijk maakt. Voor niet-natuurlijke personen geldt namelijk dat de bij het rechtssubject betrokken personen geacht worden de middelen aan te vullen. Er bestaat daarom in beginsel geen aanleiding af te zien van het heffen van griffierecht. Verder heeft belanghebbende geen reden gegeven voor het verzuim. Er is daarom geen verontschuldiging voor het verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.J.G.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. E.M.A. Vissers-van Es griffier, op 23 januari 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.