Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het advies van de tbs-instelling
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing.
[betrokkene]met één jaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 juli 2025 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1988, die verblijft in een tbs-instelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene in het verleden is veroordeeld tot tbs met voorwaarden wegens meerdere diefstallen met geweld. De tbs is eerder omgezet naar tbs met verpleging van overheidswege en is in juli 2024 verlengd voor een jaar. Tijdens de zitting op 2 juli 2025 is de betrokkene gehoord, evenals zijn raadsman en een deskundige. De tbs-instelling heeft geadviseerd om de tbs met één jaar te verlengen, gezien de aanhoudende verslavingsproblematiek en de noodzaak voor professionele begeleiding. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid als redenen voor verlenging van de tbs geconstateerd. De rechtbank heeft besloten om de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar te verlengen, waarbij de motivatie van de betrokkene en de voortgang van de behandeling centraal stonden. De rechtbank benadrukt dat deze verlenging niet automatisch leidt tot een voorwaardelijke beëindiging van de tbs in de toekomst.