ECLI:NL:RBZWB:2025:4626
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake niet tijdig beslissen op aanvraag voor aanvullende compensatie kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juli 2025, wordt het beroep van eiseres beoordeeld, die stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 29 december 2023 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres de ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet een betrokkene eerst het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen voordat beroep kan worden ingesteld. Eiseres had haar aanvraag voor aanvullende vergoeding ingediend, maar de rechtbank stelt vast dat de aanvraag pas behandeld kon worden na de definitieve beoordeling van de kinderopvangtoeslag op 12 september 2024. De beslistermijn voor de aanvraag voor aanvullende vergoeding begint pas op dat moment. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiseres, die eerder was verzonden, niet geldig is, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.