Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de Raad van 31 maart 2025 met bijlagen, ontvangen op 31 maart 2025;
- de schriftelijke bereidverklaring van de GI van 31 maart 2025, ontvangen op
- het stelbericht van mr. Mouwen van 23 april 2025;
- het e-mailbericht van mr. Edelmann van 22 mei 2025.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
18 oktober 2022 gedwongen uit huis is geplaatst. In eerste instantie heeft [minderjarige] verbleven bij de heer [naam] . Omdat hij de zorg voor [minderjarige] (naast [kind 2] ) niet langer kon dragen, is [minderjarige] in februari 2023 in het huidige pleeggezin geplaatst, waar hij tot nu toe verblijft.
6.De beslissing
[de moeder], geboren op [geboortedag 2] 1994 in [geboorteplaats 1] en
[de vader], geboren op [geboortedag 3] 1990 in [geboorteplaats 2] over
[minderjarige], geboren op [geboortedag 1] 2015 in [geboorteplaats 1] ;
mr. Phillips, voorzitter, mr. Van den Beld en mr. Jurkovich, allen kinderrechters, in aanwezigheid van mr. Snatersen als griffier.
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.