In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres, een B.V., heeft ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) omdat het UWV niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 2 november 2021 tot herbeoordeling van haar (ex-)werknemer op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat het UWV de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft het UWV op 23 oktober 2023 in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat het UWV een besluit heeft genomen. De rechtbank bepaalt dat het UWV alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, maar geeft het UWV vier maanden de tijd om dit te doen, rekening houdend met de zorgvuldigheid van de besluitvorming.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor het griffierecht en proceskosten, die het UWV moet betalen. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert op 14 juli 2025.