ECLI:NL:RBZWB:2025:4583

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
C/02/435663 / JE RK 25-929
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Zuijdweg
  • A.J.D.D. Burhenne
  • L. Verheuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in een gezinscontext

Op 11 juli 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van deze minderjarigen verlengd met ingang van 14 juli 2025 tot 14 augustus 2025. Dit besluit is genomen op verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die de belangen van de minderjarigen behartigt. De ouders van de minderjarigen, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben instemming gegeven voor deze tijdelijke verlenging.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 21 mei 2025 werd ingediend. De kinderrechter heeft de relevante stukken in overweging genomen, waaronder berichten van de advocaten van de ouders en de GI. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling eerder al meerdere keren was verlengd, en dat de minderjarigen bij de moeder verblijven. De kinderrechter heeft ook de noodzaak van de verlenging onderstreept, gezien de ontwikkeling van de minderjarigen en de omstandigheden van de ouders.

De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van een hoger beroep. De mondelinge behandeling van het resterende deel van het verzoek zal later plaatsvinden, waarbij de ouders en de GI op de hoogte worden gesteld van de verdere procedure. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Vork, en biedt de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/435663 / JE RK 25-929
Datum uitspraak: 11 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
gevestigd te Middelburg,
hierna te noemen: de GI.
over
[minderjarige 1],
geboren op [geboortedag 1] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] .
[minderjarige 2],
geboren op [geboortedag 2] 2010 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
[minderjarige 3],
geboren op [geboortedag 3] 2012 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. L. Verheuvel te Middelburg.
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. A.J.D.D. Burhenne te Weert.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 21 mei 2025;
  • het bericht van mr. Burhenne van 1 juli 2025;
  • het bericht van mr. Verheuvel van 1 juli 2025;
  • het bericht van de vader (aan de GI) van 2 juli 2025;
  • het bericht van de moeder (aan de GI) van 2 juli 2025.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn samen belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .
2.2.
Bij beschikking van 14 juli 2020 zijn [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder toezicht gesteld met ingang van 14 juli 2020 en tot 14 juli 2021. Tevens is bij deze beschikking een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] bij de gezagdragende ouder, te weten de moeder, verleend met ingang van 14 juli 2020 en tot 14 juli 2021.
2.3.
Bij beschikking van 12 juli 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd met ingang van 14 juli 2023 en tot 14 juli 2024.
2.4.
Bij beschikking van 28 juni 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en
[minderjarige 3] verlengd met ingang van 14 juli 2024 en tot 14 augustus 2024.
2.5.
Bij beschikking van 26 juli 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en
[minderjarige 3] verlengd met ingang van 14 augustus 2024 en tot 14 juli 2025.
2.6.
[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verblijven bij de moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 2] en [minderjarige 3] te verlengen voor de duur van een jaar en de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] te verlengen voor de duur van drie maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 1:260 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan de kinderrechter, mits aan de grond als bedoeld in artikel 1:255 lid 1 BW is voldaan, de duur van de ondertoezichtstelling telkens verlengen met ten hoogste een jaar.
Ingevolge het bepaalde in artikel 1:255 lid 1 BW kan de kinderrechter een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling wanneer die minderjarige zodanig opgroeit, dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en;
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247 lid 2 BW, in staat zijn te dragen.
4.2.
De GI heeft op 21 mei 2025 het verzoekschrift bij de rechtbank doen inkomen. Gelet op het zittingsrooster, de verhinderdata van alle partijen en de afloopdatum van de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] , is het niet mogelijk gebleken om het verzoek tijdig voorafgaand aan de afloopdatum van de ondertoezichtstelling mondeling te behandelen en de belanghebbenden te horen over het verzoek. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] daarom - met instemming van de GI, de advocaat van de moeder en de advocaat van de vader - ter overbrugging verlengen voor de duur een maand, te weten met ingang van 14 juli 2025 en tot 14 augustus 2025. De mondelinge behandeling van het resterende deel van het verzoek betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling zal, zoals afgestemd met partijen, worden aangehouden tot de mondelinge behandeling op
[datum] 2025 om [uur].
4.3.
De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van de minderjarigen noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.
4.4.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] met ingang van 14 juli 2025 en tot 14 augustus 2025;
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
houdt het resterende deel van het verzoek tot het verlengen van de ondertoezichtstelling aan tot de mondelinge behandeling van
[datum] 2025 om [uur], welke behandeling wordt gehouden in het gerechtsgebouw van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie
Middelburg, Kousteensedijk 2, ten overstaan van mr. Borm, kinderrechter, voor de duur van 45 minuten;
5.4.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor de GI, (de advocaat van) de vader en (de advocaat van) de moeder;
5.5.
bepaalt dat [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] per aparte brief worden opgeroepen voor een gesprek met de kinderrechter;
5.6.
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door mr. Zuijdweg, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2025, in aanwezigheid van mr. Vork als griffier.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.