ECLI:NL:RBZWB:2025:4538
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 juli 2025, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak op bezwaar van 16 februari 2024 behandeld. Het beroep betreft een aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2021. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank legt uit dat de indiener van een beroep verplicht is om griffierecht te betalen, wat in dit geval € 371,- bedraagt. De griffier had belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar belanghebbende heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldigbare reden is voor het niet betalen van het griffierecht, aangezien belanghebbende geen uitleg heeft gegeven voor het verzuim.
Als gevolg hiervan verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via rechtspraak.nl.