Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres, een B.V. uit [plaats], en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De zaak betreft een beroep tegen een door de minister afgegeven meetbrief voor het binnenschip ms. Estuarium. Eiseres is het niet eens met de in de meetbrief opgenomen maximale diepgang van 2,51 meter, en stelt dat deze diepgang ten onrechte is vastgesteld, aangezien de maximale diepgang zonder gebruik van de kraan 2,82 meter bedraagt. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de maximale diepgang in de meetbrief op 2,51 meter is vastgesteld. In deze uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister met het bestreden besluit geen juist gevolg heeft gegeven aan de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij de minister is opgedragen een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens is de minister veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.814,-.