ECLI:NL:RBZWB:2025:4462

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
11260786 MB VERZ 24-671
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Schroeweg te Middelburg op 3 februari 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat zij de telefoon wilde controleren omdat deze van het dashboard was gevallen en dat zij zich bewust was van de risico's van het vasthouden van een telefoon tijdens het rijden. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden en dat dit de eerste keer was dat betrokkene een boete ontving voor dit feit.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, waarbij hij benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van betrokkene is om de telefoon goed vast te zetten tijdens het rijden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat er aanleiding was om de boete te matigen tot € 125,-, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer: 11260786 \ MB VERZ 24-671
CJIB-nummer: 0062 5422 5557 0510
uitspraakdatum: 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Schroeweg te Middelburg op
3 februari 2023 om 18.02 uur
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene wilde bereikbaar zijn voor haar zoon. De mobiele telefoon viel tijdens het rijden echter van het dashboard. Betrokkene wilde daarom kijken of haar telefoonscherm niet kapot was maar is zich bewust van de risico’s van het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. De verbalisant had kunnen volstaan met het geven van een waarschuwing gelet op de omstandigheden en dat dit de eerste keer is dat betrokkene een boete hiervoor ontvangt.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd niet te hebben gebeld met de telefoon en dat de boete een flinke financiële aanslag was op het inkomen van betrokkene.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De zittingsvertegenwoordiger begrijpt de situatie dat betrokkene bereikbaar moest blijven. Het is echter de verantwoordelijkheid van betrokkene de telefoon goed vast te zetten tijdens het rijden. Als de mobiele telefoon dan alsnog valt dient een gelegenheid te worden gezocht waar veilig gestopt kan worden om de telefoon op te pakken. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden het sanctiebedrag te matigen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dit wordt ook niet betwist.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen gelet op de omstandigheden. De boete zal worden gematigd tot € 125,-. Matiging tot nihil is niet aan de orde omdat betrokkene verantwoordelijk blijft voor de gedraging.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 125,- plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 225,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: