ECLI:NL:RBZWB:2025:4327

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
11390460 MB VERZ 24-1512
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder geldige kaart

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. De gedraging vond plaats op 7 maart 2023 te Breda. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 13 juni 2025 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant. De betrokkene voerde aan dat hij bezig was met verhuizen en daarom kort op de gehandicaptenparkeerplaats had geparkeerd om kasten uit te laden. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood dat de gedraging was verricht. De kantonrechter benadrukte dat laden en lossen alleen is toegestaan als dit onmiddellijk gebeurt, wat in dit geval niet het geval was. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete terecht was opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard.

De uitspraak werd gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, bijgestaan door griffier E. Alekperov. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11390460 \ MB VERZ 24-1512
CJIB-nummer : 6062 5422 5660 8194
uitspraakdatum : 13 juni 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 juni 2025. Namens de officier van justitie is verschenen [naam] (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart op de Markendaalseweg te Breda op 7 maart 2023 om 10:13 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd met een verhuizing bezig te zijn geweest en daarom op een gehandicaptenparkeerplaats geparkeerd te hebben om kasten uit te laden. De bus stond met twee wielen op de weg en de alarmlichten stonden aan. Het kenteken op de bekeuring is niet het kenteken van betrokkene. Betrokkene heeft maximaal twee minuten geparkeerd om een kast uit te laden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het is niet toegestaan om op een gehandicaptenparkeerplaats te parkeren zonder geldige gehandicaptenparkeerkaart. Laden en lossen is wel toegestaan, maar slechts voor zover het onmiddellijk gebeurt. Dat is hier niet het geval. Betrokkene zijn rijbewijs is bij de staandehouding gecontroleerd, waardoor hij weet waar de boete over gaat.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Onder laden en lossen moet volgens vaste rechtspraak worden verstaan: het
onmiddellijknadat het voertuig tot stilstand is gebracht
bij voortduringin- en uitladen van goederen gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
De verbalisant heeft gedurende vijf minuten geen activiteiten waargenomen. Hieruit volgt dat geen sprake is van laden en lossen, maar van (foutief) parkeren.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2025.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: