ECLI:NL:RBZWB:2025:4268
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van belastingaanslagen en belastingrente in het kader van navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 juli 2025, beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had aan belanghebbende voor de jaren 2019 en 2020 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, respectievelijk naar verzamelinkomens van € 87.836 en € 90.615. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de inspecteur verklaarde deze bezwaren ongegrond. De rechtbank heeft de beroepen op 25 juni 2025 behandeld, waarbij belanghebbende en de inspecteur vertegenwoordigd door mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] aanwezig waren.
De rechtbank heeft beoordeeld of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd en of de belastingrente correct is berekend. Belanghebbende ontving pensioen uit Duitsland en had aangifte gedaan naar een lager verzamelinkomen dan de inspecteur had vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de belastingaanslagen en de belastingrente terecht zijn opgelegd, omdat belanghebbende onjuiste aangiften had gedaan. De rechtbank wijst ook op de inspanningsverplichting van de Belastingdienst en concludeert dat deze is nageleefd. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding of schadevergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch.