Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het advies van de kliniek
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing.
betrokkenemet
éénjaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2025 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene met één jaar. Betrokkene, geboren in 1985, is eerder veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege wegens ernstige misdrijven, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs op 10 juli 2019 is aangevangen en voor het laatst is verlengd op 19 juli 2023 voor een termijn van twee jaar. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de betrokkene, zijn raadsman en een deskundige gehoord. De deskundige heeft aangegeven dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en een persoonlijkheidsstoornis, maar dat zijn problematiek momenteel onder controle is. Betrokkene verblijft sinds maart 2025 in een ggz-instelling en zijn verblijf verloopt positief. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen nog steeds in het geding is en dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met één jaar te verlengen toegewezen, waarbij de positieve ontwikkelingen van betrokkene zijn meegewogen.