ECLI:NL:RBZWB:2025:4258

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
4 juli 2025
Zaaknummer
C/02/436972 FA RK 25-3268
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van den Beld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juni 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1986, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank oordeelde dat er een zorgmachtiging nodig was vanwege de psychische stoornis van betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en middelengebruik. Betrokkene was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling, waardoor de bijzondere voorwaarden niet konden worden uitgevoerd. De rechtbank beperkte de zorgmachtiging in duur tot zes maanden, met als doel betrokkene in te stellen op medicatie.

Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juni 2025 werd betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. V.C. Andeweg. De officier van justitie, mevrouw [naam 1], en andere betrokkenen, waaronder de zorgverantwoordelijke en een wooncoach, waren ook aanwezig. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, aangezien betrokkene zijn medicatie had gestaakt en wantrouwend was naar hulpverlening. De rechtbank wees de gevraagde vormen van verplichte zorg toe, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, en bepaalde dat deze zorg alleen tijdens de opname van betrokkene mocht worden toegepast. De rechtbank benadrukte dat de zorgmachtiging noodzakelijk was om ernstig nadeel voor betrokkene en zijn omgeving te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/436972 FA RK 25-3268
Datum uitspraak: 27 juni 2025
Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1986 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 25 juni 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 juni 2025 bij de [accommodatie] te [plaats]. Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • officier van justitie, mevrouw [naam 1];
  • zorgverantwoordelijke, mevrouw [naam 2];
  • wooncoach bij SMO, de heer [naam 3].
1.3.
Tevens was bij de mondelinge behandeling aanwezig, maar is niet gehoord, casemanager, de heer [naam 4].

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 20 augustus 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
3.2.
Ter onderbouwing van en in aanvulling op het verzoek brengt de officier van justitie tijdens de mondelinge behandeling, samengevat, het volgende naar voren. Er is sprake van een samenloop met een strafzaak van betrokkene die nu in hoger beroep loopt. Betrokkene heeft bijzondere voorwaarden opgelegd gekregen. Echter, omdat hij tegen zijn veroordeling in hoger beroep is gekomen, kunnen de bijzondere voorwaarden niet ten uitvoer worden gelegd. Opname op een strafrechtelijke titel is alleen mogelijk als betrokkene hieraan zijn medewerking verleent. Daarvan is geen sprake. Betrokkene weigert noodzakelijke informatie te geven, waardoor de reclassering geen indicatie kan aanvragen. Daarom wordt de civielrechtelijke weg ingezet. Gelet op de toelichting van de zorgverantwoordelijke zijn de verzochte vormen van zorg ‘insluiten’, ‘uitoefenen van toezicht’ en ‘het recht op beperken van bezoek’ niet nodig en niet voorzienbaar. De overige vormen van verplichte zorg zijn wel noodzakelijk.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene brengt, kort samengevat, naar voren dat het goed met hem gaat. De waanbeelden zoals deze in de stukken zijn beschreven worden door anderen gecreëerd. De diagnose is onzorgvuldig tot stand gekomen. Betrokkene heeft door vocht in zijn woning een schimmelinfectie opgelopen. Daarvoor heeft hij anti-schimmel pillen gehaald. Volgens betrokkene klopt het dat hij medische gezondheidsklachten heeft, maar dit is wat anders dan psychische klachten. Betrokkene wil, met een beroep op de grondwet, dat er niet aan zijn lichaam gesleuteld wordt. Daarnaast komt betrokkene op afspraken en vindt hij toedienen van medicatie niet nodig. Juist door de medicatie gaat betrokkene achteruit en raakt hij versuft.
4.2.
De zorgverantwoordelijke verklaart, samengevat, als volgt. Bij betrokkene is sprake van een schizofrenie en middelengebruik. Betrokkene is op dit moment psychotisch. Hij heeft het idee dat er parasieten in zijn huid zitten. Daarnaast is sprake van grootheidsideeën en desorganisatie. Het lukt niet om met betrokkene in contact te komen. Sinds de ophoging van de medicatie, is betrokkene zijn medicatie helemaal gaan weigeren. Betrokkene is bekend met het vertonen van gevaarlijk gedrag en het beschadigen van zichzelf. Ten opzichte van de vorige zorgmachtiging zijn er meer vormen van zorg noodzakelijk. De bedoeling is om betrokkene in te stellen op depotmedicatie. Een opname is hiervoor noodzakelijk. De insteek is dat betrokkene teruggaat naar zijn huidige woonplek bij SMO. Omdat betrokkene bekend is met middelengebruik zijn er gedurende de opname extra maatregelen nodig.
4.3.
De wooncoach vult hierop, samengevat, aan dat hij de zorgen van de zorgverantwoordelijke deelt. Door het gedrag van betrokkene zijn de doorstroommogelijkheden beperkt.
4.4.
De advocaat voert, samengevat, het volgende aan. Betrokkene verzet zich tegen een opname. Eerder is hij bij GGZ door een medepatiënt neergestoken. Het is dan ook voorstelbaar dat betrokkene een aversie heeft tegen een opname. Het is opvallend dat deze informatie niet terug komt in de stukken. Daarnaast gaat het op dit moment niet zo slecht met betrokkene als in de stukken wordt geschetst. Zo blijkt niet dat betrokkene door krabben open plekken heeft op zijn huid. De rechtbank wordt verzocht om het verzoek af te wijzen. Indien de rechtbank een zorgmachtiging toch nodig acht, dan dienen de verzochte vormen van zorg die de officier van justitie niet nodig acht te worden afgewezen. Daarnaast is ‘beperken van het gebruik van communicatiemiddelen’ en zijn alle vormen van zorg die zien op ‘controleren op’ en ‘onderzoeken aan/van’ niet noodzakelijk. Voor deze zorgmodaliteiten geldt dat het niet voorzienbaar is dat deze moeten worden toegepast. Daarnaast, gelet op het doel van de opname, kan de duur van de zorgmachtiging worden beperkt tot zes maanden.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De enkele ontkenning van betrokkene dat er iets met hem aan de hand is, geeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring en de toelichting van de zorgverantwoordelijke.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene het idee heeft dat er parasieten zijn in zijn lichaam. Hij probeert deze op alle mogelijke manieren te bestrijden, met alle gevolgen voor zijn lichamelijke gezondheid van dien. Daarnaast lukt het niet om betrokkene te begeleiden, waardoor hij maatschappelijk teloor dreigt te gaan, en kan betrokkene uit paranoia agressie vertonen naar anderen. In het verleden heeft betrokkene brand gesticht om besmetting van luizen te voorkomen.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene is gestopt met zijn medicatie, wil geen bemoeienis van GGZ en is wantrouwend naar hulpverlening. Daarnaast is gebleken dat het betrokkene ontbreekt aan ziektebesef en
-inzicht. Hierdoor is het niet mogelijk om met betrokkene (behandel)afspraken te maken in het vrijwillig kader en daarom is verplichte zorg nodig. Zonder zorgmachtiging zal betrokkene zijn medicatie staken, waardoor psychotische klachten en daarmee gepaard gaand ernstig nadeel zal toenemen.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.1.
Nu de officier van justitie ‘insluiten’, ‘uitoefenen van toezicht’ en ‘beperken van het recht op ontvangen van bezoek’ als vormen van verplichte zorg intrekt, zal de rechtbank deze vormen van verplichte zorg afwijzen.
5.7.2.
Gelet op de toelichting tijdens de mondelinge behandeling wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat hij periodiek contact heeft met zijn ambulant behandelteam en hij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet nodig.
5.7.3.
Wellicht ten overvloede merkt de rechtbank hier op dat de vormen van zorg ‘onderzoek aan (…)’, ‘onderzoek van (…)’ en ‘controle op (…)’ enkel en alleen mogen worden toegepast gedurende de opname van betrokkene.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Gelet op het doel van de opname van betrokkene, te weten instellen op medicatie, ziet de rechtbank reden om de zorgmachtiging in duur te bekorten tot zes maanden, zodat daarna opnieuw kan worden beoordeeld of (en zo ja, met welke vormen van verplichte zorg) er een nieuwe zorgmachtiging noodzakelijk is. De rechtbank volgt hierin het pleidooi van de advocaat.
5.11.
Voor de goede orde merkt de rechtbank op dat zij tijdens de mondelinge behandeling per abuis de kennisgeving mondelinge uitspraak heeft overhandigd van de zaak met kenmerk C/02/436959 FA RK 25-3262, betreffende de zaak wijziging van de zorgmachtiging. Deze beschikking is echter leidend.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1986 in [plaats], wat inhoudt dat de volgende maatregelen kunnen worden toegepast;
het toedienen van medicatie;
het verrichten van medische controles;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
G. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals is weergegeven onder rechtsoverweging 5.7.2.;
H. opnemen in een accommodatie.
6.2.
bepaalt dat de verplichte zorg onder sub D, E, en F enkel en alleen mag worden toegepast gedurende een opname van betrokkene;
6.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 december 2025;
6.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025 door mr. Van den Beld, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, als griffier en op schrift gesteld op 4 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.