ECLI:NL:RBZWB:2025:4254

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
4 juli 2025
Zaaknummer
C/02/436294 / FA RK 25-2933
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van den Beld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juni 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische verklaring en de toelichting van de psychiaters, ondanks de ontkenning van betrokkene dat er iets met hem aan de hand is. Betrokkene heeft een voorgeschiedenis van psychotische episodes en is recentelijk psychotisch geraakt door het staken van zijn medicatie. De rechtbank concludeert dat er ernstig nadeel kan ontstaan, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang, als betrokkene niet onder verplichte zorg wordt geplaatst.

De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor twaalf maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft tijdens de procedure zijn twijfels geuit over zijn diagnose en de noodzaak van de zorgmachtiging, maar de rechtbank heeft deze argumenten niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene geen ziektebesef heeft en niet bereid is om medicatie te gebruiken. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met de verwachting dat dit noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/436294 / FA RK 25-2933
Datum uitspraak: 27 juni 2025
Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats] ,
verblijvende bij de [accommodatie] te [plaats] ,
advocaat: mr. H. van der Sluis-Westerlaan te Oosterhout.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 juni 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 juni 2025 bij de [accommodatie] te [plaats] . Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • psychiaters in opleiding, mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2] .
1.3.
Tevens was bij de mondelinge behandeling aanwezig, maar is niet gehoord, de heer [naam 3] , agoog.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 13 juli 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in bovengenoemde accommodatie.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat hij niet psychotisch is. Er is op dit moment niets met hem aan de hand. Betrokkene erkent dat hij zes jaar geleden wel psychotisch was, echter daarvan is nu dus geen sprake. Betrokkene is nu opgenomen, omdat zijn ouders zeggen dat hij ziek is. Volgens betrokkene is hij geen gevaar voor zichzelf of voor anderen. Een verlenging van de zorgmachtiging is dan ook niet nodig.
4.2.
De psychiaters in opleiding verklaren, samengevat, het volgende. Betrokkene heeft het idee dat hij onder hypnose is gebracht, waardoor een kwade geest hem over kan nemen. Volgens betrokkene kan alleen God hem uit deze hypnose halen. Waar betrokkene denkt dat hij onder hypnose is, verstaan de behandelaren dat er sprake is van een psychose. Betrokkene vertoont ook nu nog psychotische symptomen. Zo vertelde betrokkene gisteren dat hij een stem hoort. Wanneer betrokkene nu naar huis zou gaan, zou er sprake zijn van maatschappelijke teloorgang. Thuis werd gezien dat betrokkene een omgekeerd dag- en nachtritme had en hij uit contact ging met zijn vrienden. Zijn familie is emotioneel overbelast en betrokkene heeft zijn baan opgezegd. Ook is het risico dan groot dat de psychose weer oplaait. Op het moment dat betrokkene werd opgenomen probeerde hij anderen te bekeren. Dit gaf een risico van het afroepen van agressie van anderen over zichzelf. Betrokkene heeft nu clozapine toegediend gekregen, het zwaarste antipsychoticum. Het effect daarvan moet nog worden afgewacht. Daarnaast is het de bedoeling om te kijken of betrokkene bij De Hoop kan worden geplaatst in Dordrecht. Deze locatie past bij de geloofsovertuiging van betrokkene.
4.3.
De advocaat voert, samengevat, het volgende aan. Betrokkene twijfelt aan zijn diagnose. Wanneer de rechtbank daar ook aan twijfelt behoort het verrichten van een second opinion tot de mogelijkheden. Wat daarnaast opvalt is dat er in de stukken vormen van ernstig nadeel worden genoemd waarvan alleen in het verleden sprake was. Zo is het onjuist dat er sprake is van levensgevaar. Ook maatschappelijke teloorgang is er niet. De familie van betrokkene maakt zich zorgen over hem, maar dat betekent niet dat zij overbelast zijn. Het dreigend ernstig nadeel is onvoldoende onderbouwd en niet reëel. Gelet hierop dient het verzoek te worden afgewezen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De enkele ontkenning van betrokkene dat er iets met hem aan de hand is, geeft de rechtbank geen reden om aan de medische verklaring en de toelichting van de psychiaters te twijfelen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat betrokkene een voorgeschiedenis heeft met psychotische episodes sinds 2017. In de afgelopen periode is betrokkene wegens het staken van zijn medicatie in toenemende mate psychotisch geraakt. De rechtbank ziet dan ook geen grondslag voor het toewijzen van het verzoek voor een herbeoordeling c.q. second opinion.
5.3.
Uit de overlegde stukken en de mondelinge behandeling is eveneens gebleken dat deze stoornis ernstig nadeel veroorzaakt. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene in beslag wordt genomen door zijn religieuze wanen. Hij probeert anderen te bekeren en gaat discussies aan over het geloof. Hierdoor bestaat het risico van het afroepen van agressie over zich. Daarnaast is betrokkene niet in staat om deel te nemen aan de maatschappij. Hij trekt zich terug, stopt met werken en stoot zich af van zijn vriendengroep. Betrokkene is in zijn gedrag nagenoeg alleen nog maar gefocust op zijn geloof en lijkt zich hierin te verliezen. Ook de familie van betrokkene raakt uitgeput. Uitputting raakt ook betrokkene zelf, nu hij gedurende zijn psychoses nachtenlang wakker blijft. Eerder is betrokkene vanuit huis vertrokken met een bijbel onder zijn arm met de gedachte dat hij over water kon lopen. Deze gebeurtenis staat naar het oordeel van de rechtbank feitelijk in de stukken beschreven, waardoor de rechtbank geen aanleiding heeft om te twijfelen dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Bij betrokkene ontbreekt het aan ziektebesef en -inzicht. Volgens betrokkene heeft hij geen medicatie nodig en is hij niet ziek. Hierdoor is het niet mogelijk om met betrokkene in gesprek te gaan over zijn behandeling. Verwacht wordt dat betrokkene zonder zorgmachtiging geen medicatie zal gebruiken en hij verder zal ontregelen. Dit moet worden voorkomen en daarom is verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat alle verzochte vormen van verplichte zorg nodig zijn, te weten:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.1.
Gelet op de overgelegde stukken en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat betrokkene na ontslag periodiek contact heeft met zijn ambulant behandelteam en hij de door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 in [plaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, zoals weergegeven onder rechtsoverweging 5.7.1;
- opnemen in een accommodatie;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 juni 2026;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2025 door mr. Van den Beld, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, als griffier, en op schrift gesteld op 4 juli 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.