ECLI:NL:RBZWB:2025:4199

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 juli 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
02-177239-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring afdreiging naaktfoto’s en -filmpjes en verwerven, bezitten en verspreiden kinderporno met toepassing jeugdstrafrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 juli 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan afdreiging en het verwerven, bezitten en verspreiden van kinderporno. De verdachte, geboren in 2002, werd beschuldigd van het chantage van een aangeefster door haar te dwingen seksueel getinte foto's en filmpjes van zichzelf te sturen. Dit gebeurde onder bedreiging van openbaarmaking van deze beelden en andere dreigementen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn dreigementen de aangeefster heeft gedwongen tot het verstrekken van deze beelden, wat leidde tot een bewezenverklaring van afdreiging. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, waarbij hij ook beelden van de aangeefster had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot vijf maanden voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar, en een geldboete van € 5.000,00. De rechtbank heeft het jeugdstrafrecht toegepast, gezien de jonge leeftijd van de verdachte en zijn psychische problemen. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 2.500,00 toegewezen aan de benadeelde partij voor immateriële schade, en de vordering van de benadeelde partij voor materiële schade afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-177239-23
vonnis van de meervoudige kamer van 4 juli 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteplaats]
wonende te [adres]
raadsman mr. R.T.A.G. Keller, advocaat te Tilburg

1.Onderzoek van de zaak

Deze zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 juni 2025, waarbij de officier
van justitie, mr. Y.E.Y. Vermeulen, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering gewijzigd en als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
in de periode van 18 juni 2023 tot en met 16 juli 2023 [aangeefster] meermalen heeft gechanteerd;
in de periode van 29 januari 2023 tot en met 16 juli 2023 meermalen kinderporno heeft verworven, verspreid en/of in het bezit heeft gehad.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Feiten 1 en 2
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De verdediging bepleit vrijspraak van het feit. Vast staat dat aangeefster seksueel getinte foto’s en video’s naar verdachte heeft verstuurd, maar het bewijs ontbreekt dat deze door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim door verdachte zijn verkregen. Ook ontbreekt het bewijs dat verdachte bij de verkrijging van het materiaal het oogmerk had om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Zijn doel was enkel het krijgen van contact met aangeefster.
Feit 2
De verdediging is van mening dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen van het verwerven, verspreiden en in het bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, voor zover dat ziet op de zes afbeeldingen van de onder feit 1 bedoelde aangeefster.
De verdediging bepleit vrijspraak van het verwerven en in het bezit hebben van de overige aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen wegens het ontbreken van opzet, ook in voorwaardelijke zin.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Voor een bewezenverklaring van afdreiging als bedoeld in artikel 318 van het Wetboek van Strafrecht dient - voor zover in dit kader van belang - komen vast te staan dat de verdachte, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met het openbaar maken van een geheim, iemand heeft gedwongen tot de afgifte van enig goed.
Aangeefster heeft verklaard dat het contact met verdachte in eerste instantie normaal was. Nadat verdachte haar foto’s had toegestuurd van politiedocumenten, waaruit bleek dat hij was aangehouden voor verboden wapenbezit, vond ze het contact met hem niet meer leuk
en voelde ze zich geïntimideerd. Daarom had zij het geplande afspraakje met hem afgezegd. Daarna begon verdachte haar te vragen om (nog meer) naaktfoto’s van haar naar hem toe te sturen. Hij dreigde ermee om het werk van haar ouders te bellen en hen te laten ontslaan en om haar schaatscoach te bellen en ervoor te zorgen dat zij niet meer zou kunnen schaatsen. Aangeefster was erg bang van hem geworden door de toegestuurde politiedocumenten en omdat hij wist waar zij op school zat en de naam van haar schaatscoach kende. Verdachte werd erg dreigend naar haar. Hoewel zij hem toen toch maar een naaktfoto had gestuurd, bleef verdachte maar doorvragen en moest zij nog meer naaktfoto’s sturen. Zij hoopte dat hij zou stoppen als zij nog een paar foto’s naar hem zou toesturen. Op enig moment had zij hem geblokkeerd, maar toen had hij een fake Instagramaccount op haar naam aangemaakt. Hij heeft ook gedreigd dat hij haar naaktfoto’s openbaar ging maken en online ging zetten.
Dat verdachte aangeefster bleef vragen om nieuwe seksueel getinte foto’s en filmpjes vindt bevestiging in de verklaring van verdachte. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij boos was, omdat aangeefster hun afspraakje had afgezegd en dat hij daarom ter compensatie iets van haar terug wilde. Hij heeft bij de politie ook bevestigd dat het hierbij ging om naakt- foto’s en -filmpjes. Vast staat ook dat deze daadwerkelijk naar verdachte zijn gestuurd.
Verdachte heeft betwist dat daarbij sprake was van dwang. De rechtbank overweegt daarover dat ook al zou er in eerste instantie vrijwillig seksueel getint materiaal zijn verzonden, zoals verdachte verklaart, dat niet betekent dat er daarna geen dwangsituatie kan zijn ontstaan. Het enkele feit dat verdachte seksueel getint materiaal van haar verlangde ter compensatie voor het afzeggen van een afspraakje, kan naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf al als erg intimiderend en dwingend worden ervaren. Uit haar verklaring blijkt ook dat zij zich door verdachte onder druk gezet voelde en zich niet vrij voelde om zijn verzoeken te weigeren.
Dat dit volgens aangeefster mede was ingegeven door het feit dat verdachte haar foto’s had gestuurd van politiedocumenten over wapenbezit, acht de rechtbank geloofwaardig. Op de twee telefoons van verdachte is een filmpje aangetroffen waarop een proces-verbaal van de politie is te zien over verboden wapenbezit en een foto van verdachte. De rechtbank gaat ervan uit dat het hier gaat om de foto’s, waarover aangeefster heeft verklaard. Ter zitting heeft verdachte ook bevestigd dat dit naar aangeefster is gestuurd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij daarmee een context van intimidatie en druk gecreëerd, nu aannemelijk is dat bij haar de indruk was gewekt dat hij over een vuurwapen beschikte.
Daar komt bij dat verdachte bij de politie heeft bevestigd dat hij aangeefster een keer heeft ontmoet bij een school. Verdachte heeft weliswaar betwist dat dat bij haar school was, maar, gelet op het voorgaande, acht de rechtbank haar verklaring geloofwaardig. Daarnaast blijkt uit berichten, dat zij meerdere keren aan hem heeft laten weten dat hij haar bang maakte.
De verklaring van aangeefster, dat verdachte ermee dreigde dat hij haar naaktfoto’s open- baar ging maken en online ging zetten, vindt ook steun in ander bewijsmateriaal. Uit de verklaring van de schaatscoach van aangeefster en het naar hem verstuurde bericht, blijkt immers dat verdachte dreigde met het verspreiden van 45 foto’s en filmpjes. Bovendien staat vast dat verdachte ook daadwerkelijk seksueel getinte foto’s en een filmpje naar die schaatscoach heeft verstuurd. Verdachte heeft dat ook bekend.
Verder is er een fake Instagramaccount op naam van aangeefster aangetroffen met daarop een foto van haar in lingerie en de tekst
“meer zien? Dat kan heb er heel veel dm me en je krijgt filmpjes en foto’s van [aangeefster] !”. Verdachte heeft bekend dat hij dit fakeaccount heeft aangemaakt.
Mede gelet hierop, acht de rechtbank de verklaring van aangeefster, dat verdachte heeft gedreigd ervoor te zorgen dat hij haar ouders zou laten ontslaan en ervoor te zorgen dat aangeefster niet meer zou kunnen kunstschaatsen, ook geloofwaardig.
Daarmee stelt de rechtbank vast dat verdachte door genoemde bedreigingen heeft gedwongen tot afgifte van seksueel getinte foto’s en filmpjes.
Anders dan de verdediging heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat van de seksueel getinte foto’s en filmpjes van aangeefster gezegd kan worden dat zij economische waarde vertegenwoordigen en daarmee geschikt zijn om zich of een ander te bevoordelen. In het algemeen is dergelijk materiaal op geld waardeerbaar en er is geen aanleiding aan te nemen dat dit hier anders is.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit 1.
Feit 2
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verwerven, verspreiden en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal ter zake van de zes afbeeldingen van aangeefster. Verdachte heeft dit ook bekend.
Daarnaast acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verwerven en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal ter zake van de overige van de 360 aangetroffen afbeeldingen.
De verdediging heeft weliswaar betwist dat er sprake is geweest van opzet, maar het enkele feit dat verdachte niet bewust op zoek is gegaan naar kinderporno, betekent niet dat niet tot een bewezenverklaring voor het verwerven en bezitten daarvan kan worden gekomen. Het materiaal is op beide telefoons van verdachte aangetroffen. Volgens zijn verklaring wist hij ook dat dit soort materiaal via Telegram werd opgeslagen in de galerij van zijn telefoon. Ook is uit onderzoek gebleken dat het materiaal direct benaderbaar was of is geweest voor de gebruiker van de telefoons. Daarmee heeft hij in ieder geval voorwaardelijk opzet gehad op het verwerven en bezitten van de aangetroffen kinderporno.
Verder heeft hij weliswaar verklaard dat hij eens in de zoveel tijd in zijn galerij keek om de dingen die hij niet wilde te verwijderen, maar uit onderzoek is gebleken dat het betreffende materiaal niet als verwijderde items is teruggevonden.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit 2.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 18 juni 2023 tot en met 16 juli 2023 te [plaats] , meermalen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met openbaring van een geheim [aangeefster] , heeft gedwongen tot afgifte van enig goed, te weten meerdere seksueel getinte foto's en filmpjes, welke aan die [aangeefster] toebehoorden, door die [aangeefster] te laten weten dat hij
- één of meerdere seksueel getinte foto’s en/of filmpjes zou verspreiden/openbaar zou maken/online zou zetten
- ervoor zou zorgen dat de ouders van die [aangeefster] zouden worden ontslagen en
- ervoor zou zorgen dat die [aangeefster] niet meer kon gaan kunstschaatsen
als zij
- geen nieuwe seksueel getinte foto’s en/of filmpjes zou sturen;
2.
op tijdstippen in de periode van 29 januari 2023 tot en met 16 juli 2023 te [plaats] , meermalen, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten:
- een mobiele telefoon (merk Apple Iphone 13, goednummer PL2000-2023181080-2616090 en/of
- een mobiele telefoon (merk Apple Iphone 13, goednummer PL2000-2023181080-2615746
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid (door het versturen van foto`s en/of
eenfilmpje via email, snapchat en/of Instagram) verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of voorwerp oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp, vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto’s in Toonmap 01, 02, 03 en 04)
en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 05, 06 en 07)
en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt, en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Foto`s in Toonmap 09, 10 en 11)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 08)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
In afwijking van het reclasseringsadvies van 3 juni 2025, vordert de officier van justitie het volwassenenstrafrecht toe te passen en verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Bij een veroordeling van verdachte, bepleit de verdediging conform het reclasseringsadvies het jeugdstrafrecht toe te passen en rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder zijn angst- en paniekstoornis, zijn blanco strafblad en het advies van de reclassering.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst feiten
Verdachte heeft zich gedurende een maand meermalen schuldig gemaakt aan afdreiging.
Hij heeft aangeefster onder meer onder dreiging van openbaarmaking van haar seksueel getinte foto’s en filmpjes gedwongen tot het verstrekken van nog meer van dit soort foto’s en filmpjes van zichzelf. Verdachte heeft aan dat dreigement bovendien ook daadwerkelijk uitvoering gegeven door seksueel getinte foto’s en een filmpje van haar naar haar schaatscoach te sturen en een seksueel getinte foto op Instagram te plaatsen.
Verdachte heeft hiermee bewust misbruik gemaakt van aangeefster en de intieme beelden gebruikt als machtsmiddel om druk op haar uit te oefenen. Verdachte heeft daarmee haar persoonlijke levenssfeer en waardigheid diep geschonden. Dit soort gedragingen zijn zeer ingrijpend voor slachtoffers en kunnen ernstige psychische gevolgen hebben.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verwerven, verspreiden en in het bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Een deel daarvan betreft materiaal van de hierboven genoemde aangeefster. Achter het overige materiaal schuilen vele misbruikte en geëxploiteerde kinderen van met name tussen de 6 en 12 jaar oud. Als gevolg hiervan lopen deze kinderen vaak psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Ook kunnen ze nog geruime tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie daarvan. Degenen die kinderporno verzamelen en verspreiden, dragen bij aan de instandhouding van deze markt van vraag- en aanbod. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het dus noodzakelijk dat niet alleen degenen die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die het verzamelen en verspreiden worden aangepakt.
Jeugdstrafrecht
Voorts slaat de rechtbank acht op het feit dat verdachte ten tijde van het plegen van de feiten meerderjarig was, maar wel jonger dan 23 jaar.
Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het plegen van een strafbaar feit tussen de 18 en 23 jaar oud was, kan het jeugdstrafrecht worden toegepast indien omstandigheden die zijn gelegen in de persoon van de verdachte, of de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, daartoe aanleiding geven.
De rechtbank heeft onder meer in dat kader kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 3 juni 2025, waarin wordt geadviseerd om het jeugdstrafrecht toe te passen. Hierbij heeft de reclassering gebruik gemaakt van het ASR-wegingskader. De reclassering heeft de indruk dat verdachte nu, maar ook ten tijde van de feiten, kinderlijker gedrag vertoonde dan men gezien zijn kalenderleeftijd zou verwachten. Daarbij was er ook sprake van enige mate van impulsiviteit en schatte verdachte de risico’s van zijn eigen handelen hierdoor niet goed in. De reclassering is van mening dat verdachte nog ontvankelijk is voor sociale, emotionele of praktische ondersteuning of beïnvloeding door volwassenen. Daarnaast neemt verdachte nog actief deel aan een gezin, waardoor pedagogische beïnvloeding aanwezig is. Zijn ouders zijn ook betrokken bij hulpverlening als hij deze ontvangt. Volgens de reclassering zijn er geen zwaarwegende contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat, kijkend naar de persoon van verdachte en het advies van de reclassering, berechting van verdachte volgens het jeugdstrafrecht het meest passend is. Daarom zal de rechtbank het jeugdstrafrecht toepassen.
Reclasseringsadvies
Verder leidt de rechtbank uit het reclasseringsadvies af dat er bij verdachte geen sprake lijkt te zijn van een delictpatroon, omdat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De criminogene factoren die tot de verdenkingen hebben geleid zijn de relaties van verdachte, zijn houding en zijn psychosociaal functioneren. Verdachte heeft al lange tijd psychische klachten in de vorm van een angst- en paniekstoornis. Hierdoor is zijn leefwereld klein en beweegt hij zich voornamelijk in zijn woning en niet te ver daar vandaan. Door het gebrek aan een partnerrelatie en een sociaal netwerk was verdachte destijds veel actief op het internet om in contact te komen met andere mensen en zijn (seksuele) behoeftes te bevredigen. Het lijkt erop dat hij aangeefster wilde gebruiken om verschillende behoeftes te bevredigen en toen aangeefster het contact wilde beëindigen ging hij over tot grensoverschrijdend gedrag om alsnog zijn zin te krijgen, waarbij hij zich niet liet begrenzen. Verdachte stond daarbij alleen stil bij zijn eigen behoeftes en leek geen oog te hebben voor het effect van zijn gedrag op aangeefster. Positief is volgens de reclassering dat zijn praktische leefgebieden stabiel zijn en hij gericht is op maatschappelijk geaccepteerde doelen. Voor zijn psychosociaal functioneren heeft hij veelvuldig onder behandeling gestaan bij de geestelijke gezondheids- zorg. Zijn houding ten opzichte van deze hulp is positief. Dit heeft vooralsnog echter nog niet gezorgd voor een langdurige positieve verandering en zijn psychosociaal functioneren blijft een aandachtspunt.
De reclassering heeft geadviseerd om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling en het laten controleren van zijn digitale gegevensdragers. Vanwege zijn angst- en paniekstoornis acht zij een gevangenisstraf schadelijk voor een positieve ontwikkeling van verdachte. Ook een taakstraf acht de reclassering om die reden niet haalbaar.
Strafblad en strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 6 mei 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Gelet op het reclasseringsadvies en de eerder door de verdediging ingebrachte medische stukken rondom de problematiek van verdachte, ziet de rechtbank reden om, anders dan gebruikelijk bij dit soort feiten, een andere strafmodaliteit toe te passen, nu de rechtbank een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf gelet op de persoon van verdachte niet passend acht. Dat geldt ook voor het opleggen van een taakstraf, nu de reclassering de uitvoering daarvan niet haalbaar acht.
Alles afwegende zal de rechtbank, in afwijking van de eis van de officier van justitie die van volwassenenstrafrecht is uitgegaan, een voorwaardelijke vrijheidsstraf aan verdachte opleggen. De duur van de voorwaardelijk op te leggen jeugddetentie van vijf maanden onderstreept de ernst van de feiten. De rechtbank acht deze voorwaardelijke jeugddetentie ook van belang als forse stok achter de deur om te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten gaat plegen, mede gelet op het feit dat de kans op recidive is ingeschat als gemiddeld. De rechtbank zal daaraan alle geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Gelet op de problematiek van verdachte en het recidiverisico, acht de rechtbank het van belang dat hij hulp en behandeling krijgt en dat hij daaraan blijft meewerken.
De rechtbank zal daarnaast een geldboete van € 5.000,00 opleggen, te vervangen door 60 dagen hechtenis, indien de geldboete niet of niet tijdig wordt voldaan.

7.De benadeelde partij

Feit 1
De benadeelde partij [aangeefster] vordert een schadevergoeding van € 24.374,75 voor feit 1. Dit bedrag bestaat uit:
- € 21.874,75 € 21.874,75 aan materiële schade, te weten € 21.600,00 aan studievertraging,
€ 24,75 aan reiskosten en € 250,00 aan proceskosten;
- € 2.500,00 € 2.500,00 aan immateriële schade.
De verdediging heeft ten aanzien van een aantal schadeposten verweer gevoerd.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het feit heeft gepleegd. Dit betekent dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij in beginsel verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden, voor zover de schade voldoende is onderbouwd en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit.
Studievertraging
Door de verdediging is het causaal verband tussen de gevorderde schade en het bewezen- verklaarde handelen van verdachte weersproken, onder meer omdat het slachtoffer in de periode van de tenlastelegging kennelijk met meer tegenslagen te kampen had.
Naar het oordeel van de rechtbank is het causaal verband ook op basis van de namens de benadeelde partij daartoe overgelegde verklaringen van medewerkers van de scholen van de benadeelde partij niet zonder meer gegeven. Daarvoor is nader onderzoek noodzakelijk en dat levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom zal de rechtbank haar voor dit gedeelte van haar vordering niet ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Reiskosten
De gevorderde reiskosten komen naar het oordeel van de rechtbank niet voor vergoeding in aanmerking, omdat die kosten niet kunnen worden aangemerkt als rechtstreekse schade die voortvloeit uit het bewezenverklaarde handelen van verdachte.
Nu de benadeelde partij zich laat bijstaan door een advocaat, kunnen deze kosten ook niet als proceskosten worden toegewezen. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
Immateriële schade
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de benadeelde partij voldoende met concrete gegevens onderbouwd dat zij ernstige nadelige geestelijke gevolgen heeft ondervonden van het bewezenverklaarde handelen van verdachte. Gelet op de aard en de ernst van de normschending en de aard en de ernst van de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij is sprake van een aantasting in de persoon op andere wijze dan door lichamelijk letsel of aantasting in zijn eer of goede naam. Dit betekent dat de immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt.
Gelet op alle omstandigheden en de bedragen die in vergelijkbare gevallen zijn toegekend, acht de rechtbank het gevorderde bedrag van € 2.500,00 billijk.
Wettelijke rente
Ook zal de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen over het toegekende bedrag vanaf 16 juli 2023, zijnde de datum waarop aangeefster aangifte heeft gedaan.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen. Bij toepassing van het jeugdstrafrecht zal de rechtbank geen gijzeling opleggen bij niet betaling.
Proceskosten
De gevorderde eigen bijdrage voor rechtsbijstand van DAS van € 250,00 zal de rechtbank toewijzen als proces- kosten, nu deze schadepost niet is betwist en voldoende met stukken is onderbouwd.

8.Het beslag

8.1
De verbeurdverklaring
De volgende in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, omdat is gebleken dat de voorwerpen aan verdachte toebehoren en de feiten zijn begaan met behulp van deze voorwerpen:
  • telefoon van het merk Apple met goednummer PL2000-2023181080-G2616090;
  • telefoon van het merk Apple met goednummer PL2000-2023181080-G2615746.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 77c, 77g, 77i, 77l, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 240b en 318 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:afdreiging, meermalen gepleegd;
feit 2:een afbeelding van een seksuele gedraging en/of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en/of verspreiden en in bezit hebben en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat
deze jeugddetentie niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van dit vonnis meldt bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan West 275 te (5037 PD) Tilburg , waarna hij zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, laat behandelen door forensisch psychiatrische polikliniek Fivoor, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, welke behandeling start zodra er plek is en, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waaronder, gelet op de problematiek, ook het innemen van medicijnen vallen als de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte gedurende de proeftijd:
1. digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinder-
pornografisch materiaal;
2. digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minder-
jarigen wordt gecommuniceerd;
3. geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma's (zoals Bitlocker,
Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
4. inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder 1 en 2 zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.
Het toezicht op de naleving van de onderdelen 1 tot en met 3 beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die verdachte in gebruik heeft.
Verdachte werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die verdachte in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de verdachte de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.
De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen.
De controles mogen gedurende de proeftijd maximaal drie keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van verdachte zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de verdachte;
- waarbij van
rechtswege de voorwaardengelden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een geldboete van € 5.000,00;
- bepaalt dat bij niet betaling van de geldboete,
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
60 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde geldboete naar rato van
€ 50,00 per dag;
Beslag
- verklaart de volgende in beslag genomen voorwerpen verbeurd:
  • telefoon van het merk Apple met goednummer PL2000-2023181080-G2616090;
  • telefoon van het merk Apple met goednummer PL2000-2023181080-G2615746;
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[aangeefster]van
€ 2.500,00, bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering met betrekking tot de studievertraging van € 21.600,00 en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- wijst de gevorderde reiskosten van € 24,75 af;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij voor rechtsbijstand heeft gemaakt, te weten
€ 250,00;
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster] (feit 1), € 2.500,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 juli 2023 tot aan de dag der voldoening, bestaande uit immateriële schade;
- bepaalt dat bij niet betaling geen gijzeling wordt toegepast;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, mr. P.W.G. de Beer en
mr. R. Combee, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 juli 2025.
Mr. De Beer is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
1.
hij in of omstreeks de periode van 18 juni 2023 tot en met 16 juli 2023 te [plaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim [aangeefster] , heeft gedwongen tot afgifte van enig goed, te weten één of meerdere seksueel getinte foto's en/of filmpjes, welke geheel of ten dele aan die [aangeefster] toebehoorde, door die [aangeefster] te laten weten dat hij
- één of meerdere seksueel getinte foto's en/of filmpjes zou verspreiden/openbaar zou maken/online zou zetten
- ervoor zou zorgen dat de ouders van die [aangeefster] zouden worden ontslagen en/of
- ervoor zou zorgen dat die [aangeefster] niet meer kon gaan kunstschaatsen
als zij
- geen nieuwe seksueel getinte foto’s en/of filmpjes zou sturen;
- geen seks met hem zou hebben;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 januari 2023 tot en met 16 juli 2023 te [plaats] , althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten:
- een mobiele telefoon (merk Apple Iphone 13, goednummer PL2000-2023181080-2616090 en/of
- een mobiele telefoon (merk Apple Iphone 13, goednummer PL2000-2023181080-2615746
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid (door het versturen van foto`s en/of filmpje(s) via email, snapchat en/of Instagram) verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of voorwerp oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp, vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto’s in Toonmap 01, 02, 03 en 04)
en/of
het met een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 05, 06 en 07)
en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij door het camerastandpunt, en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Foto`s in Toonmap 09, 10 en 11)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Foto`s in Toonmap 08)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
(Artikel art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht)