Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 1: opzettelijk telen dan wel aanwezig hebben van 736 hennepplanten;
feit 2: wegnemen van elektriciteit die toebehoorde aan Enexis Netbeheer B.V.;
feit 3: opzettelijk aanwezig hebben van 5018 gram henneptoppen;
feit 4: voorhanden hebben van 28 kogelpatronen;
feit 5: voorhanden hebben van pepperspray.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 18 oktober 2022 te [plaats] in de uitoefening van een beroep of bedrijf
opzettelijk heeft geteeld 736 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
in de periode van 8 augustus 2019 tot en met 18 oktober 2022 te
[plaats] een hoeveelheid elektriciteit die toebehoorde aan Enexis Netbeheer B.V. heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen;
op 18 oktober 2022 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad 5018 gram henneptoppen, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
op 18 oktober 2022 te [plaats] munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 28 kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;
op 18 oktober 2022 te [plaats]
een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie,
te weten pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen
met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke
stoffen voorhanden heeft gehad.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een taakstraf van 240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
120 dagen;
€ 100.000,00aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
€ 100.000,00te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot aan de dag der voldoening;
365 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
Hij op of omstreeks 18 oktober 2022 te [plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf
opzettelijk
heeft geteeld, bereid, bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
736 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 3 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
Hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2019 tot en met 18 oktober 2022 te
[plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele
toebehoorde aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval aan een ander dan verdachte
en/of zijn mededaders toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben
gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
Hij op of omstreeks 18 oktober 2022 te [plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad 5018 gram henneptoppen, in elk geval een hoeveelheid van
meer dan 30 gram hennep,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
Hij op of omstreeks 18 oktober 2022 te [plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
28 kogelpatronen,voorhanden heeft gehad.
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
Hij of op omstreeks 18 oktober 2022 te [plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een wapen van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie,
te weten pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen
met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke
stoffen voorhanden heeft gehad.
( art 31 lid 1 Wet wapens en munitie )