ECLI:NL:RBZWB:2025:4109

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
2 juli 2025
Zaaknummer
11237663 - MB VERZ 24-615
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onjuiste feitcode en niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen, zoals aangegeven door bord C12. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 14 mei 2025 heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk was, omdat het verkeersbord moeilijk zichtbaar was vanuit zijn voertuig. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, heeft echter betoogd dat de verbalisant een verkeerde feitcode had gebruikt, wat de basis vormde voor de opgelegde boete. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd niet kon worden bewezen, omdat de feitcode onjuist was. Hierdoor is de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het betaalde bedrag van € 119,- aan betrokkene moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11237663 \ MB VERZ 24-615
CJIB-nummer : 8062 5422 6167 6692
uitspraakdatum : 14 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op Bleekveld te Goes op
28 september 2023 om 14.07 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Het betreffende verkeersbord is erg lastig om te zien gelet op de hoogte van het geplaatste verkeersbord in combinatie met de lage voorruit in het voertuig van betrokkene. Het andere verkeersbord dat tegen een muur staat geplaatst valt niet op en daarbij is alle aandacht nodig om op te letten op het overige verkeer.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan geen ander verweer toegevoegd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op de foto van de gedraging is een verkeersbord G7 te zien en geen bord C12. De verbalisant heeft per abuis een verkeerde feitcode voor deze gedraging gebruikt. Het boetebedrag behorend bij de juiste feitcode is hoger dan de oplegde boete. De feitcode kan daarom niet worden gewijzigd.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging met feitcode R559 is verricht. Daarbij is van belang dat een onjuiste feitcode is gebruikt door de verbalisant. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd. Dit betekent niet dat op de pleeglocatie in strijd met de geslotenverklaring mag worden gereden.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,-, dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: