Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene, een jonge jongen uit Syrië, had een boete ontvangen voor het gebruiken van autosnelwegen met een motorvoertuig dat niet sneller kon dan 60 km/h op de Rijksweg A27 te Oosterhout op 23 december 2022. Betrokkene had een route ontvangen van een klasgenoot, maar deze bleek een autoroute te zijn, wat hij niet wist. Hierdoor kwam hij op de vluchtstrook terecht. Betrokkene voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de verkeersregels, mede door persoonlijke omstandigheden en het ontbreken van een fietstraining. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedraging niet vaststond. De kantonrechter stelde vast dat het begrijpelijk was dat betrokkene, gezien zijn achtergrond, de verkeersregels niet volledig begreep. Daarom werd de boete ten onrechte opgelegd. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd de zekerheidstelling op nihil gesteld, omdat betrokkene had aangetoond deze niet te kunnen betalen. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en er is geen hoger beroep mogelijk.