ECLI:NL:RBZWB:2025:4044

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
C/02/436504 / HA RK 25-142 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • mr. ing. Peters
  • mr. Van de Sande
  • mr. Sterk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Op 18 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittende in de wrakingskamer, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van twee verzoekers. Dit verzoek volgde na een vonnis van 21 mei 2025, waarbij de vorderingen van de verzoekers tegen een bedrijf waren afgewezen. De verzoekers stelden dat de rechter in de eerdere procedure partijdig had gehandeld, omdat er volgens hen bewijs was genegeerd en zij ongelijk waren behandeld. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat het enkel gericht kon zijn tegen rechters die nog een zaak behandelden. Aangezien het wrakingsverzoek betrekking had op een eindvonnis, was wraking niet meer mogelijk. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de rechter in de herroepingsprocedure partijdig zou zijn geweest. De wrakingskamer besloot om de mondelinge behandeling van het verzoek achterwege te laten en verklaarde het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk. De behandeling van de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing. Deze beslissing werd openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Breda
Procedurenummer: C/02/436504 / HA RK 25-142
beslissing van 18 juni 2025 op het wrakingsverzoek zoals bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[verzoeker 1] en [verzoeker 2]
verzoekers.

1.Procesverloop

Het verloop van deze procedure blijkt onder meer uit:
 de processtukken zoals opgenomen in het procesdossier van de hoofdzaak met zaaknummer 11720643 OV VERZ 25-2889;
 het wrakingsverzoek met bijlagen van 14 juni 2025.

2.Feiten

2.1
Bij vonnis van 21 mei 2025 met zaaknummer 11273987 CV EXPL 24-4222 heeft mr. Dijkman, handelend als kantonrechter van deze rechtbank, onder meer de vorderingen van verzoekers tegen [bedrijf] B.V. te Waalwijk afgewezen.
2.2
Verzoekers hebben vervolgens diverse verzoeken aan de rechtbank gericht, zoals een verzoek om dit vonnis aan te vullen, een verzoek om de uitvoerbaarheid bij voorraad te schorsen en een verzoek om dit vonnis te herroepen. Het verzoek om herroeping is geregistreerd onder het zaaknummer 11720643 OV VERZ 25-2889 dat op het wrakingsverzoek staat vermeld.

3.Het standpunt van verzoekers

Volgens verzoekers is de schijn van partijdigheid gewekt doordat bij de beoordeling die is voorafgegaan aan het vonnis van 21 mei 2025 zonder hoor en wederhoor en adequate motivering bewijs is genegeerd dan wel terzijde is geschoven, doordat partijen ongelijk zijn behandeld en doordat de rechter buiten de rechtsstrijd van partijen is getreden.

4.De beoordeling

4.1
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2
Hieruit vloeit voort dat het middel van wraking enkel kan worden gericht tegen de rechter die nog doende is de hoofdzaak te behandelen. Het middel van wraking kan dan ook niet worden ingezet tegen een eindvonnis dat onwelgevallig blijkt te zijn. Hoewel het wrakingsverzoek het zaaknummer van de nog lopende herroepingsprocedure vermeldt, hebben de wrakingsgronden uitsluitend betrekking op de wijze waarop de eerdere procedure met zaaknummer 11273987 CV EXPL 24-4222 is afgedaan. In die zaak is het eindvonnis gewezen en in zoverre is wraking dan ook niet meer mogelijk. Bovendien vermeldt het wrakingsverzoek niet dat er in de herroepingsprocedure enige handeling is verricht die volgens verzoekers blijk geeft van een schijn van vooringenomenheid, laat staan door welke rechter die handeling dan is verricht.
4.3
Dit leidt tot de conclusie dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk is op grond van artikel 4, tweede lid, aanhef en onder d en e, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, ga naar: rechtbank Zeeland-West-Brabant, regels en procedures, wrakingsprotocol). Omdat sprake is van niet-ontvankelijkheid laat de wrakingskamer mondelinge behandeling van het verzoek achterwege.
Beslissing
De wrakingskamer:
 verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
 bepaalt dat de behandeling van de zaak met nummer 11720643 OV VERZ 25-2889 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.
Deze beslissing is genomen op 18 juni 2025 door mr. ing. Peters, rechter en voorzitter, en mr. Van de Sande en mr. Sterk, rechters, in aanwezigheid van mr. Hamans, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.