ECLI:NL:RBZWB:2025:401
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen en boetes
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 januari 2025, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die in beroep gaat tegen de afwijzing van verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen en bijbehorende boetes door de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, omdat de verzoeken om vermindering te laat waren ingediend. De belanghebbende had aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2014 en 2015 ontvangen, maar had geen tijdige aangifte gedaan. De inspecteur had de verzoeken om ambtshalve vermindering afgewezen op basis van termijnoverschrijding, en de rechtbank oordeelde dat deze afwijzing terecht was. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of terugbetaling van griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.