4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
4.3.2.1
Feit 1 en feit 2
Feiten en omstandigheden
Op grond van de opgenomen bewijsmiddelen kan het volgende worden vastgesteld.
De aangetroffen goederen in de door verdachte bestuurde auto
De politie heeft op 9 augustus 2023 verdachte als bestuurder van een grijze Opel Corsa, voorzien van het [kenteken 1] , een stopteken gegeven ter controle van een juiste naleving van de Wegenverkeerswet 1994. Kort daarna werd de Opel Corsa met toestemming van verdachte doorzocht. In de passagiersruimte werden onder meer lege flessen bio-ethanol, een aantal draaidoppen, een actief baken, een veiligheidsbril, een scanner, een plastic tas met sneakers en een Samsung telefoon aangetroffen. Deze telefoon was in een telefoonhouder op het dashboard geplaatst (hierna ook genoemd: de carkit telefoon). Het scherm stond op navigatie. Ook werd een autosleutel van een Volkswagen met het [kenteken 2] gevonden. Verder bevonden zich achter de bijrijdersstoel een sporttas met schone kleding, meerdere paren rubberen handschoenen en een tweede Samsung telefoon. In de kofferbak lagen verschillende kledingstukken die volgens de verbalisanten sterk roken naar anijs. Een zelfde anijsachtige lucht was ook afkomstig van de sneakers uit de plastic tas in de auto. Een dergelijke geur is bij verbalisanten ambtshalve bekend als geur die in een drugslaboratorium waar synthetische drugs worden vervaardigd hangt.
De videobeelden op de Samsung telefoons
Op beide aangetroffen Samsung telefoons bleken filmbeelden te staan die verband houden met (het produceren van synthetische) drugs.
Op één van de filmpjes van de Samsung uit de sporttas ‒ ‘filmpje 1’ gemaakt op 18 juli 2023 ‒ is te zien dat de filmer de binnenzijde van een loods filmt, waarin een in werking zijnd drugslaboratorium is ingericht. Diverse blauwe vaten, jerrycans, vriezers en ketels zijn daar aanwezig. Met behulp van houten wanden, die zijn afgedicht met purschuim, zijn meerdere ruimten gecreëerd. In een ruimte is een raam zichtbaar, waarop een doek of poster is bevestigd met de tekst “ [B.V. 1] ” (te zien in spiegelbeeld). Uit onderzoek kwam naar voren dat een bedrijf met deze benaming was gevestigd aan de [adres 1] . Aan het einde van dit filmpje komt de linker onderarm van de filmer in beeld, op welke arm tatoeages zijn aangebracht. Deze tatoeages komen overeen met de tatoeages op de linker onderarm van verdachte. Tevens wordt op een videofragment gezien dat dezelfde arm een flexibele slang van de luchtafzuiging in het lab vastpakt.
Op de filmpjes afkomstig van de carkit telefoon is een grote ruimte met ketels, vaten, afzuiging, jerrycans, vrieskisten, weegschalen en maatbekers waarneembaar. Dit is een synthetisch drugslab. De deuren en randen van de ruimte zijn afgesloten door het gebruik van purschuim. Op een filmpje van 8 augustus 2023 verschijnt daarbij een voet van een persoon, met een zwarte sneaker voorzien van een witte zool en een wit logo van het merk Under Armour. Exact dezelfde schoen(en) droeg verdachte tijdens zijn aanhouding op 9 augustus 2023.
De ontdekking van een drugslab
Op 10 augustus 2023 vond een doorzoeking plaats in het bedrijfspand aan de [adres 1] . Daarin werd een professioneel operationeel drugslab aangetroffen voor de productie van BMK en metamfetamine. Het lab was opgesplitst in verschillende ruimten waar laboratoriumbenodigdheden, chemicaliën, afvalstoffen en eindproducten aanwezig waren. Sommige ruimten waren afgescheiden door houten platen en provisorische deuropeningen, afgedicht met purschuim. Net als op de filmpjes. In de centrifugeruimte bevond zich circa 20 gram metamfetamine en in totaal circa 4,3 kg pasta, zijnde metamfetaminetartraat. Deze centrifugeruimte en ook de vries- en koelruimten waren nog in opbouw. Vanuit de opslag/leefruimte in het lab was een doorgang of luik naar de naastgelegen hallen, waar onder meer valmatten en opblaasbare speeltoestellen lagen opgeslagen. In de direct en vrij toegankelijke ruimte vanuit het lab stonden tevens een aantal zeecontainers. In één van die containers stonden een grote en kostbare partij pre-precursoren, chemicaliën en verpakkingen welke in relatie staan tot het aangetroffen laboratorium. Weliswaar was de metamfetamine productie al op kleine schaal in gang gezet, maar de aanwezige apparatuur en de grote hoeveelheden chemicaliën wijzen op een aanzienlijke vergroting van de capaciteit en productie. In totaal was er 526 liter BMK geproduceerd, die grotendeels in de voormelde container werd bewaard.
In het lab werd [medeverdachte 1] aangetroffen en aangehouden.
Het deel in het pand aan de [adres 1] waar het lab was ingericht, werd gehuurd door [B.V. 2] Per 19 mei 2023 was dit deel onderverhuurd aan
[naam 1] . De enig aandeelhouder van de bedrijven [B.V. 2] en [B.V. 1] B.V. is [B.V. 3] , waarvan [medeverdachte 2] de eigenaar is.
DNA-materiaal
In de opslag/leefruimte was een zithoek ingericht. Tegenover deze zithoek stond een IBC-container waarop een volgelaatsmasker lag. Het DNA hierop matcht met het DNA van verdachte. Op de werktafel in het lab lag een paar zwarte werkhandschoenen. Op de binnenzijde van de linkerhandschoen van dit paar is DNA van zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen.
Getuigenverklaringen over de Opel Corsa [kenteken 1] en Volkswagen Caddy [kenteken 2]
Zoals hierboven is aangehaald, was verdachte op 9 augustus 2023 in het bezit van een autosleutel van een Volkswagen met [kenteken 2] . Later bleek dat dit een gehuurde Volkswagen Caddy was. Tevens werd in de politiesystemen gezien dat verdachte ook al op 17 juli 2023 in deze Volkswagen Caddy was gecontroleerd.
[getuige 1] , die werkzaam is bij [bedrijf] aan de [adres 2] , zag dat er in de zomerperiode vanaf 17 juni 2023 vier à vijf keer per dag een Opel Corsa met [kenteken 1] via de roldeur het gebouw aan de [adres 1] inreed ter hoogte van het lab, terwijl daar voor die datum geen verkeer kwam. In de Opel Corsa zaten twee mannen. Het viel [getuige 1] op dat de mannen de Opel Corsa leeg het gebouw inreden en dan een half uur later het pand met dit voertuig zwaar beladen verlieten. [getuige 2] heeft een overeenkomstige verklaring afgelegd. Hij zag gedurende een periode van vijf à zes weken dat een Opel Corsa met daarin twee jongens op het terrein van de [adres 1] kwam, die telkens bij vertrek laag hing in de vering terwijl dat bij aankomst niet het geval was.
[getuige 1] heeft voorts verklaard dat dezelfde mannen, voordat ze met de Opel Corsa kwamen, vaak met een Volkswagen Caddy met [kenteken 2] het terrein opreden.
Nadere bevindingen uit diverse telefoons
In de webhistorie van de carkit telefoon was zichtbaar dat op 3, 4 en 9 augustus 2023 was gezocht naar het huren van een personenauto en naar stopcontacten, purschuim, rioolwaterafval buizen, een wastafel en watertanks van 60 liter. In het toestel waren naast videofragmenten – zoals hierboven al vermeld ‒ ook beschrijvingen en foto’s terug te vinden die betrekking hadden op de productie van verdovende middelen. De politie heeft na de ontdekking van het lab geconstateerd dat de productieruimte die op de filmpjes was te zien overeenkwam met de productieruimte aan de [adres 1] .
Uit de internetgeschiedenis in de Samsung uit de sporttas bleek dat onder meer was gezocht op droogijs, methamfetamine, crystal meth, autoverhuur en op bedrijven voor industriële pompen, slangen voor het transport van vloeistoffen en gassen, chemische vloeistofdichte handschoenen en adembeschermingsmiddelen. De videobestanden op dit toestel waren gemaakt tussen 31 mei 2023 en 20 juli 2023 in het drugslab aan de [adres 1] .
Tijdens de aanhouding van verdachte op 9 augustus 2023 was er meerdere keren gebeld door ene ‘ [bijnaam 1] ’ naar de carkit telefoon. Ook had ‘ [bijnaam 1] ’ een bericht gestuurd met de tekst: “Bro die zakje met ice is dat voor [bijnaam 4] ?" ‘Ice’ is een benaming voor metamfetamine. Op dit bericht was gereageerd met: “Ja lat hem roken die hoer.”.
Tevens is gebleken dat op het moment van doorzoeking van de auto van verdachte het verblijfadres van [medeverdachte 3] te [plaats] in de recente navigatiegegevens stond.
[medeverdachte 1] had een Google Pixel telefoon in zijn broekzak zitten, die kan worden beschouwd als werktelefoon ten behoeve van het lab. Met deze telefoon werd gechat met het contact ‘ [bijnaam 2] ( [bijnaam 3] ) ’ vanaf 4 augustus 2023 tot 8 augustus 2023. Deze chat gaat vooral over labwerkzaamheden. Op 6 augustus 2023 om 17.26 uur vraagt de gebruiker van dit toestel: “Jo broer. Was gisteren nog alles gelukt daar. Met spullen en [bijnaam 5] ”. Daarop antwoordt ‘ [bijnaam 2] ( [bijnaam 3] ) ’ op dezelfde datum om 17.44 uur: “Jo bro ja moeten morgen ff laatste dingetjes aansluiten en dan gas.”.
Over de connectie tussen ‘ [bijnaam 2] ( [bijnaam 3] ) ’ en verdachte volgen hieronder nadere overwegingen.
Bij het uitlezen van de telefoon van [medeverdachte 2] stuitte de politie op de volgende berichten, afkomstig van ‘ [bijnaam 2] ’ met [telefoonnummer 1] , d.d. 9 augustus 2023 om 18.51 uur en 18.52 uur: “10 min”, “Kan je zo ff bij opslag komen”, “Joo ben je op kantoor?”.
Overige bevindingen
Op 17 januari 2023 werden verdachte en [naam 1] samen door de politie in een personenauto gespot.
De verklaringen van verdachte
De hoofdvraag die de rechtbank moet worden beantwoorden is of verdachte bij het drugslab aan de [adres 1] betrokken is geweest.
Verdachte heeft zich bij de politie voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen. Hij heeft enkel aangegeven dat hij in Breda was om te chillen, dat alle spullen die in de Opel Corsa werden aangetroffen van hem zijn en dat hij de enige is die gebruik maakte van dit voertuig.
Pas ter zitting bij de inhoudelijke behandeling heeft verdachte een verklaring afgelegd. Zo heeft hij verklaard dat hij steeds opdrachten kreeg om spullen op te halen en weg te brengen bij de [adres 1] . Het ging regelmatig om afval, maar verder had hij geen idee wat voor spullen dit betrof. Hij had een keer handschoenen aangetrokken omdat hij veel moest sjouwen. Ook heeft hij een keer een filmpje moeten maken van het lab. Tijdens het filmen was hem gezegd dat hij een masker moest opzetten. Voor zijn werkzaamheden ontving hij geen financiële vergoeding. Hij zou onder druk zijn gezet. In totaal was hij vanaf de zomer 2023 twee keer in het bewuste lab geweest en tussen de twee en tien keer buiten op het terrein bij het pand. In tegenstelling tot zijn eerdere verklaring heeft verdachte ter zitting aangegeven dat de twee in de auto aangetroffen Samsung-telefoons niet van hem waren. Hij heeft uitgelegd dat hij, voordat hij naar de [adres 1] ging, telkens ergens twee telefoons moest ophalen. Na de klus diende hij die telefoons ook weer in te leveren. De telefoons waren bedoeld om met de opdrachtgever contact te onderhouden en om daarmee een filmpje te maken in het drugslab. Zijn eigen telefoon moest hij uitzetten. Het waren niet altijd dezelfde twee telefoons die verdachte meekreeg. Toen hij werd aangehouden en gecontroleerd was hij op weg naar de [adres 1] . Net voor zijn aanhouding had hij de twee aangetroffen Samsung-telefoons opgehaald. Eén van deze telefoons had hij in de sporttas gestopt. De sporttas zelf lag op dat moment al meerdere dagen in de auto.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de verklaring van verdachte afgezet tegen de gegeven feiten en omstandigheden. Hierbij stelt zij vast dat verdachte zijn verklaring op belangrijke punten geen handen en voeten heeft gegeven. Zo heeft hij niets willen zeggen over de mensen met wie hij contact had en die hem de opdrachten gaven, waar de door hem beweerde druk uit bestond en hoe hij in deze situatie verzeild is geraakt. Hij heeft voorts niet aangegeven waar en op welke manier de overdracht van de telefoons plaatsvond. Ook zegt hij niet te weten waarom hij steeds niet één maar twee telefoons mee kreeg. Als zijn verklaring wordt gevolgd, dan zou verdachte over die overdracht vooraf contact met zijn vermeende opdrachtgever(s) via zijn eigen telefoon moeten hebben gehad. Hiervan is echter niet gebleken.
In dit licht is het opmerkelijk dat verdachte één van de telefoons, die hij naar eigen zeggen moest meenemen om in verbinding te blijven staan met zijn opdrachtgever, achterin de auto in de sporttas had gestopt. Deze verklaring is te meer onaannemelijk gelet op het feit dat de batterij leeg was, zoals hij ook heeft verklaard.
De inhoud van de Samsungs wijst bovendien niet op wisselende gebruikers en past evenmin bij de verklaring van verdachte dat die telefoons waren bedoeld om tijdens een opdracht in verbinding te blijven staan met de opdrachtgever. In tegendeel, hieruit volgt juist dat de gebruiker ervan zelf actief contacten onderhoudt in verband met het lab. De rechtbank wijst in dit kader naar de al aangehaalde communicatie met [medeverdachte 2] op 9 augustus 2023 en met [bijnaam 1] tijdens de aanhouding van verdachte, toen de telefoon onmiskenbaar bij verdachte in gebruik was. Daarnaast bestaat er bij de contacten, gezien de inhoud van de gesprekken, geen twijfel over wie de telefoons in gebruik had.
Omdat verdachte ter zitting, anders dan bij de politie, heeft verklaard dat de Samsung telefoons niet aan hem toebehoorden, heeft de rechtbank gekeken naar de gebruikersgegevens en contacten op de telefoons afzonderlijk, naar de link tussen deze twee telefoons en naar de mogelijke link met verdachte.
In de carkit telefoon is de gebruikersnaam op Facebook ‘ [bijnaam 6] ’, welke naam naar verdachte is te herleiden. De gebruikersnaam op WhatsApp luidt ‘ [bijnaam 7] ’. Op Signal is dit ‘ [bijnaam 2] ’. Het bijbehorende telefoonnummer is [telefoonnummer 1] . ‘ [bijnaam 2] ’ betreft een fictief personage uit de populaire misdaadserie Breaking Bad, die werkt voor een drugskartel. Op 1 augustus 2023 werd door de gebruiker van het toestel gechat naar contactpersoon ‘ [bijnaam 8] ’ dat hij een nieuw nummer heeft.
Het telefoonnummer van de Samsung uit de sporttas is [telefoonnummer 2] , met daaraan gekoppeld de naam ‘ [bijnaam 3] ’. Uit een CIOT-bevraging volgt dat dit nummer in gebruik was bij verdachte. Daarnaast zijn ook de namen ‘ [bijnaam 9] ’ en ‘ [bijnaam 10] ’ in combinatie met de gebruikersnamen ‘ [bijnaam 9] ’ en ‘ [e-mailadres] ’ aan dit telefoonnummer te linken. In deze telefoon wordt tevens het contact ‘ [bijnaam 2] ’ genoemd, met [telefoonnummer 1] .
Blijkens de contactgegevens in de bij [medeverdachte 1] aangetroffen telefoon betreffen ‘ [bijnaam 2] ’ en ‘ [bijnaam 3] ’ dezelfde persoon, deze namen worden namelijk onder één noemer vermeld bij het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . In die contactgegevens is tevens als ‘ [bijnaam 9] ’ opgenomen [telefoonnummer 2] , waaruit is af te leiden – mede gezien het voorgaande ‒ dat dit laatstgenoemde nummer het opvolgend nummer is van [telefoonnummer 1] .
Voor wat betreft de naam ‘ [bijnaam 3] ’ heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij contact onderhield met ‘ [bijnaam 3] ’ ( [telefoonnummer 1] ), die volgens hem de rechterhand van de onderhuurder [naam 1] is geweest. [medeverdachte 2] heeft kenbaar gemaakt dat hij sterk het vermoeden heeft dat ‘ [bijnaam 3] ’ verdachte is.
Verder komen in de twee telefoons dezelfde contacten voor: ‘ [bijnaam 11] ’ met [telefoonnummer 3] , gekoppeld aan [medeverdachte 4] ; ‘ [bijnaam 12] ’ met [telefoonnummer 4] , gekoppeld aan [medeverdachte 2] en ‘ [bijnaam 8] ’ met [telefoonnummer 5] gekoppeld aan [naam 2] .
Het voorgaande in onderlinge samenhang bezien, leidt de rechtbank tot het oordeel dat er een link is tussen de bij verdachte aangetroffen telefoons en dat deze in gebruik waren bij één en dezelfde persoon, namelijk verdachte. Hij is dan ook degene die achter de namen ‘ [bijnaam 3] ’ en ‘ [bijnaam 2] / [bijnaam 7] ’ schuilgaat.
Dit alles leidt er toe dat verdachte wordt gehouden aan zijn eigen verklaring bij de politie, waarin hij zegt dat alle spullen in de auto van hem zijn.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte ter zitting in het licht van alle genoemde feiten en omstandigheden ongeloofwaardig. Daarbij weegt zij mee dat verdachte zijn verklaring pas op een zodanig laat moment in het proces naar voren heeft gebracht dat die, naar het zich laat aanzien, op het belastend materiaal in het dossier is afgestemd.
De rol van verdachte
Verdachte was de gebruiker van de twee Samsung telefoons die direct aan het lab zijn te linken. Hij stond tevens als contact opgeslagen in de zogenaamde werktelefoon en heeft daarmee gechat. De inhoud van de aangehaalde berichten in de verschillende telefoons duidt erop dat verdachte degene is geweest die initiatieven nam, dingen regelde en andere personen benaderde. Uit de amicale toon van zijn berichten blijkt dat van enige dwang of druk geen sprake is geweest.
Gelet op de DNA-match op het volgelaatsmasker en de werkhandschoen heeft verdachte een actieve betrokkenheid in het lab gehad. De zoektermen/slagen op internet en zijn frequente aanwezigheid op de locatie volgens de getuigen, gezien zijn eigen verklaring dat alleen hij in de Opel Corsa reed, duiden erop dat verdachte van begin af aan bemoeienis had met zowel de inrichting van het lab als de productie. Klaarblijkelijk was hij het aanspreekpunt voor de verhuurder [medeverdachte 2] . De rechtbank beschouwt verdachte daarom als de locatiemanager, die de bovenlaag van de organisatie op de hoogte hield (al dan niet met videobeelden), contact onderhield met de labmedewerkers en hen aanstuurde, en die praktische zaken regelde op de werkvloer.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat het niet aannemelijk is dat een organisatie die zich bezig houdt met de productie van harddrugs iemand enkel en alleen op pad stuurt om wat afval weg te brengen en om een keer een filmopname te maken, zoals verdachte heeft verklaard. Een dergelijke organisatie probeert de kring van personen die van het drugslab afweet doorgaans zo beperkt mogelijk te houden, teneinde ontdekking door politie en justitie te voorkomen en daarmee de pakkans te verkleinen.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte ongeveer 20 gram metamfetamine en 4,3 kilogram metamfetaminetartraat heeft geproduceerd (feit 1) en dat hij voorbereidingshandelingen heeft verricht ten behoeve van de productie van BMK en metamfetamine (feit 2).
Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking, waarin ligt besloten dat verdachte het opzet heeft gehad op zowel de samenwerking als op het gronddelict. Die kwalificatie is alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is.
Anders dan de verdediging heeft gesteld, volgt duidelijk uit het dossier dat voor beide feiten tevens het medeplegen kan worden bewezen. Meerdere mensen zijn bij het opzetten van het omvangrijke en professioneel ingerichte drugslab en de productie van de stoffen betrokken geweest, waarbij kan worden gesproken van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte heeft in dit kader een essentiële uitvoerende rol vervuld.
Voor wat betreft het verweer aangaande het metamfetaminetartraat bij feit 1, overweegt de rechtbank het volgende.
In het rapport van de LFO d.d. 1 mei 2024 wordt onder LFO- [code] , vermeld dat er “in totaal circa 4,3 kg pasta,
vermoedelijkmetamfetamine-L tartraat”, is aangetroffen. Maar in dit rapport is ook de NFI-uitslag vermeld die tevens is opgenomen in de NFI-rapportage van 4 januari 2024, waaruit volgt dat het om metamfetaminetartraat gaat. Het woord ‘vermoedelijk’ is in deze uitslag niet opgenomen. De rechtbank gaat er daarom zonder twijfel van uit dat het hier gaat om metamfetaminetartraat.
Anders dan de verdediging heeft gesteld, volgt uit de bewijsmiddelen, en meer in het bijzonder uit het rapport van de LFO, dat de ter plaatse aangetroffen hardware en chemicaliën zonder meer geschikt waren ter voorbereiding of bevordering van het productieproces van BMK en/of metamfetamine.
De verweren van de verdediging worden verworpen.
4.3.2.2 Feit 3
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte ongeveer 84 gram hasj opzettelijk aanwezig heeft gehad.
De verdediging heeft betoogd dat niet vaststaat dat de in de Opel Corsa aangetroffen substantie daadwerkelijk hasj betreft.
De rechtbank heeft hiervoor acht geslagen op de bevindingen van [verbalisant] , die het doosje met de bruine substantie in de auto aantrof. Hij herkende ambtshalve de substantie als hasj, gezien de geur en de textuur hiervan. Nu bovendien verdachte zelf heeft verklaard dat het om hasj ging, heeft de rechtbank geen reden tot twijfel dat het om een andere stof zou gaan. Het verweer treft geen doel.