ECLI:NL:RBZWB:2025:396
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De inspecteur had aan belanghebbende voor het jaar 2020 een ambtshalve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, waarbij het belastbaar inkomen uit werk en woning op € 40.953 was vastgesteld. Belanghebbende had bezwaar gemaakt, maar de inspecteur verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De rechtbank behandelt het beroep van belanghebbende en concludeert dat de inspecteur terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is overschreden en dat belanghebbende geen verschoonbare redenen heeft aangevoerd voor deze overschrijding. De rechtbank wijst het beroep van belanghebbende af en verklaart het ongegrond, zonder toekenning van griffierecht of proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 januari 2025.