ECLI:NL:RBZWB:2025:3838
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2025 wordt het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 17 maart 2025 behandeld. In die eerdere uitspraak werd het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet op tijd was betaald. De opposant diende zijn verzetschrift in op 4 april 2025, waarin hij aanvoerde dat er een verontschuldiging bestond voor de late betaling van het griffierecht. Hij stelde dat hij pas na ontvangst van de ontvangstbevestiging van zijn beroepschrift op 24 februari 2025 op de hoogte was van de verkorte termijn voor het betalen van het griffierecht, die was vastgesteld op twee weken. De rechtbank beoordeelt of de eerdere uitspraak terecht was en komt tot de conclusie dat het verzet gegrond is. De rechtbank oordeelt dat de late betaling van het griffierecht verontschuldigbaar is, omdat de opposant niet tijdig op de hoogte was van de versnelde behandeling van zijn beroep. De rechtbank herstelt de eerdere beslissing en hervat het onderzoek naar het beroep van de opposant. De uitspraak van 17 maart 2025 vervalt, en de opposant zal een nieuwe nota griffierecht ontvangen.