ECLI:NL:RBZWB:2025:3837
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2025 wordt het verzet van de opposant beoordeeld. De opposant had eerder een beroep ingediend dat op 17 maart 2025 niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het griffierecht niet op tijd was betaald. De opposant diende op 3 april 2025 een verzetschrift in, waarin hij aanvoerde dat er een verontschuldiging bestond voor de late betaling van het griffierecht. Hij stelde dat hij de nota voor het griffierecht pas had ontvangen zonder dat hij een ontvangstbevestiging van zijn beroepschrift had gekregen, wat leidde tot onduidelijkheid over de betalingstermijn. De rechtbank oordeelt dat de late betaling van het griffierecht verontschuldigbaar is, omdat de beslissing tot versnelde behandeling en de verkorte betaaltermijn pas na de nota aan de opposant bekend was gemaakt. De rechtbank concludeert dat de eerdere uitspraak van 17 maart 2025 ten onrechte was gedaan en verklaart het verzet gegrond. Dit betekent dat de zaak opnieuw in behandeling wordt genomen, en de opposant zal een nieuwe nota griffierecht ontvangen. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.