ECLI:NL:RBZWB:2025:3826
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens te late betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 juni 2025 wordt het verzet van de opposant beoordeeld. De opposant had eerder een beroep ingesteld dat op 17 maart 2025 niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet op tijd was betaald. De opposant diende op 3 april 2025 een verzetschrift in, waarin hij aanvoerde dat er een verontschuldiging bestond voor de te late betaling van het griffierecht. De rechtbank heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de opposant pas na de ontvangst van de nota griffierecht op 13 februari 2025, die een verkorte betalingstermijn van twee weken vermeldde, de ontvangstbevestiging van zijn beroepschrift ontving. Hierdoor was het voor de opposant onduidelijk op welke termijn hij het griffierecht moest betalen. De rechtbank concludeert dat de late betaling van het griffierecht verontschuldigbaar is, omdat de beslissing tot versnelde behandeling pas na de nota werd gecommuniceerd. De rechtbank oordeelt dat de eerdere uitspraak van 17 maart 2025 ten onrechte is gedaan zonder zitting en dat het verzet gegrond is. De uitspraak van 17 maart 2025 vervalt en het onderzoek naar het beroep wordt hervat. De opposant ontvangt een nieuwe nota griffierecht met een betaaltermijn van twee weken.