ECLI:NL:RBZWB:2025:3800

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
25-003621
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschrift schadevergoeding ex artikelen 530 en 533 van het Wetboek van Strafvordering

Op 20 mei 2025 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, een beslissing genomen in een zaak waarin klaagster verzocht om schadevergoeding op basis van artikelen 530 en 533 van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.N. Ramnun, had een klaagschrift ingediend met het verzoek tot opheffing van het beslag op haar inbeslaggenomen goederen, waaronder een i-Pad Mini en een Samsung-telefoon. Klaagster stelde dat de beslagen goederen aan haar toebehoren en dat er geen belang meer bestond bij het onderzoek naar de gegevensdragers, aangezien het beslag al ongeveer een half jaar voortduurde. De officier van justitie, mr. C.P.G. Tax, voerde aan dat het onderzoek naar de gegevensdragers nog gaande was en dat de toegangscodes ontbraken, waardoor het onderzoek bemoeilijkt werd. De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de gegevensdragers, omdat deze in beslag waren genomen ten behoeve van de waarheidsvinding. De rechtbank verklaarde klaagster niet-ontvankelijk voor zover het klaagschrift betrekking had op de reeds geretourneerde goederen en verklaarde het klaagschrift voor het overige ongegrond. De beslissing werd genomen door mr. L.W. Louwerse en is op 23 mei 2025 uitgesproken in een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
raadkamernummer : 25-003621
datum : 20 mei 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klaagster] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
domicilie kiezende ten kantore van mr. W.N. Ramnun, Fatimastraat 1, 4834 XT Breda,
hierna te noemen: de klaagster.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat beslag is gelegd op 2 laptops, 2 i-Pads en 3 telefoons;
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 5 februari 2025 ter griffie van deze rechtbank;
  • de reactie van de officier van justitie;
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 20 mei 2025 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. C.P.G. Tax en mr. W.N. Ramnun als gemachtigd advocaat van klaagster gehoord.
Klaagster is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag met last tot teruggave aan de klaagster. Daartoe is aangevoerd dat de beslagen goederen toebehoren aan klaagster en dat er, nu het beslag reeds ongeveer een half jaar voortduurt, geen belang meer bestaat bij het onderzoek naar de gegevensdragers. De i-Pad Mini en de Samsung-telefoon waarover het Openbaar Ministerie nog geen last tot teruggave heeft gegeven, zijn lange tijd voor de verdenking aangeschaft, wat maakt dat er dan ook geen relevante informatie op deze gegevensdragers kan worden gevonden. Het belang van strafvordering verzet zich dan ook niet tegen teruggave, reden waarom wordt verzocht het klaagschrift gegrond te verklaren.
De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat de gegevensdragers zijn teruggegeven dan wel een beslissing tot teruggave is gegeven, met uitzondering van de hiervoor genoemde i-Pad en Samsung-telefoon. Ten aanzien van de laatstgenoemde gegevensdragers wordt nog onderzoek verricht. Het onderzoeksteam beschikt niet over de toegangscodes voor deze gegevensdragers, waardoor het onderzoek wordt bemoeilijkt.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
Voor zover het klaagschrift zich richt tegen het beslag op de telefoons (*3935 & *3942), laptops (*3940 & *3937) en de iPad (*3936) stelt de rechtbank vast dat de gegevensdragers reeds zijn geretourneerd aan klaagster, dan wel dat een last tot teruggave is afgegeven. De rechtbank zal klaagster voor dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaren in haar beklag.
Voor zover klaagster in haar beklag kan worden ontvangen, geldt het volgende.
De beoordeling in raadkamer heeft een summier karakter. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevraagd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, moet de rechter, bij een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag:
a. beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee,
b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende van dat voorwerp moet worden beschouwd.
In dit laatste geval moet het klaagschrift van de beslagene ongegrond worden verklaard.
Het beslag op de voorwerpen blijft gehandhaafd als er een strafvorderlijk belang is op grond van artikel 94 Sv. Dat is het geval wanneer:
- de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen en/of
- het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het voorwerp zal bevelen en/of
- het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De rechtbank is van oordeel dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de gegevensdragers. Uit de raadkamerstukken blijkt dat de gegevensdragers in beslag zijn genomen ten behoeve van de waarheidsvinding. Het enkele feit dat het gaat om gegevensdragers die zijn aangeschaft voordat de verdenking rees, brengt niet met zich mee dat op die gegevensdragers geen informatie te vinden is omtrent die verdenking. De omstandigheid dat de inbeslagneming inmiddels een half jaar duurt leidt er niet zonder meer toe dat voortzetting van het beslag disproportioneel is. Dat geldt zeker nu het Openbaar Ministerie niet beschikt over de toegangscodes van de gegevensdragers. Hetgeen klaagster heeft aangevoerd, namelijk dat zij als eigenaar een belang heeft over deze zaken te beschikken, doet daar niet aan af.
Voor zover klaagster ontvankelijk is in haar klacht, dient de klacht ongegrond te worden verklaard.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klaagster niet-ontvankelijk voor zover het klaagschrift ziet op de volgende inbeslaggenomen gegevensdragers:
- Chromebook Acer (ZB3R024051_833937);
- Laptop HP (ZB3R024051_833940);
- Tablet Apple (ZB3R024051_833936);
- Samsung Galaxy S8 Rosegoud (ZB3R024051_833935);
- Samsung (ZB3R024051_833942).
De rechtbank verklaart het klaagschrift voor het overige ongegrond
.
Deze beslissing is op 23 mei 2025 genomen door mr. L.W. Louwerse, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 23 mei 2025.
De griffier is niet in staat om deze beslissing mede te ondertekenen.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).