4.3Het oordeel van de rechtbank
02-050541-25
De rechtbank is van oordeel dat het feit onder dit parketnummer wettig en overtuigend kan worden bewezen. Omdat verdachte dit feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak ter zake hiervan heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen onder meer uit het eindproces-verbaal met onderzoeksnummer ZB1R025004/ HELMKEVER opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 150, te weten:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 23 mei 2025;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 2 januari 2025, p. 11;
- het fotoblad met proces-verbaal nummer PL2000-2025001713-2, los in het dossier;
- het geschrift, zijnde het TNO rapport betreffende het onderzoek naar de impact van illegaal vuurwerk, p. 78.
Gemeen gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
Op grond van het bewijsmiddelenoverzicht staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat er door het ontsteken van de drie Cobra’s 6 nabij de voordeur van de woning van [aangever 1] en [aangever 2] (verder: [aangever 1] en [aangever 2] ) gemeen gevaar voor goederen is ontstaan nu zich dit ook daadwerkelijk heeft verwezenlijkt.
Naar het oordeel van de rechtbank bestond er met het handelen van verdachte ook gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander. Verdachte heeft drie Cobra’s 6 neergelegd en aangestoken nabij de woning waarvan hij wist dat deze door tenminste twee personen werd bewoond. Gelet op het tijdstip waarop de Cobra’s zijn aangestoken, rond 17.30 uur, was het voor verdachte voorzienbaar dat er personen in de woning aanwezig zouden zijn op het moment dat de Cobra’s zouden exploderen. Dat hij in de veronderstelling verkeerde dat dit twee andere personen waren dan de daadwerkelijke bewoners maakt dat niet anders.
Over een Cobra 6 is bekend dat dit een zwaar knalvuurwerk is dat een forse explosie teweegbrengt. Verdachte heeft ook verklaard dat hij daarmee bekend was. Verder kan uit het TNO-rapport de conclusie worden getrokken dat er ernstig lichamelijk letsel kan ontstaan als een persoon zich op (korte) afstand van een exploderende Cobra 6 bevindt. Ook kan hieruit worden afgeleid dat wanneer een Cobra 6 bij een glazen ruit tot ontploffing komt, zoals hier onder meer het geval was, dat het glas kapot springt en wegvliegt. Het is aannemelijk dat een persoon die zich in de directe nabijheid hiervan bevindt en hierdoor wordt geraakt, ernstig lichamelijk letsel kan oplopen. Dit geldt temeer nu er drie Cobra’s 6 tegelijk zijn afgestoken. Dit in combinatie met de kracht van de explosie die af te leiden is uit de schade aan de voordeur, het tijdstip waarop de ontploffing teweeg is gebracht (rond etenstijd), de locatie waar de ontploffing plaatsvond (bij de voordeur en de voorkant van de woonkamer waar zich meerdere ruiten bevonden) en de aanwezigheid van de bewoners (zij bevonden zich in de woonkamer), maakt dat het gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [aangever 1] en [aangever 2] op het moment van de ontploffing naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest. De rechtbank kan, op grond van de inhoud van het dossier, echter niet vaststellen dat er door de ontploffing ook levensgevaar voor [aangever 1] en/of [aangever 2] te duchten is geweest. Van dat onderdeel zal de verdachte worden vrijgesproken.
De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van het verweten ‘medeplegen’ nu het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevat dat er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking met een of meer anderen.
02-143545-24
De rechtbank is van oordeel dat het feit onder dit parketnummer wettig en overtuigend kan worden bewezen. Omdat verdachte dit feit heeft bekend en de verdediging geen vrijspraak ter zake van dit feit heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen onder meer uit het eindproces-verbaal met registratienummer PL2000-2024105302 opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 34, te weten:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 23 mei 2025;
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] d.d. 28 april 2024, p. 6.