ECLI:NL:RBZWB:2025:363
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Phillips
- Rechtspraak.nl
Informele rechtsingang - minderjarige niet-ontvankelijk in verzoek om vervangende toestemming voor trainingskamp in het buitenland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 24 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure waarbij een minderjarige, geboren in 2010, verzocht om vervangende toestemming om naar een trainingskamp in het buitenland te gaan. De minderjarige, die bij haar moeder woont, heeft een passie voor wielrennen en heeft toestemming van haar vader nodig om naar het trainingskamp te kunnen. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag. De vader heeft echter geweigerd toestemming te geven, wat heeft geleid tot de procedure bij de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 januari 2025 zijn zowel de ouders als een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor een minderjarige om vervangende toestemming te vragen voor een reis naar het buitenland. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om samen tot een oplossing te komen, maar heeft uiteindelijk besloten dat de minderjarige zelf geen rechtsingang heeft voor haar verzoek. De kinderrechter heeft een brief aan de minderjarige gestuurd met uitleg over de beslissing en de hoop uitgesproken dat zij haar passie voor wielrennen blijft volgen.