Op 10 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1990, die in een kliniek verblijft. De rechtbank heeft de tbs met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. Dit besluit volgt op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs, die eerder was opgelegd wegens ernstige misdrijven. De rechtbank constateert dat de behandelplafond is bereikt en dat er een behandelimpasse is ontstaan door de vreemdelingrechtelijke status van de betrokkene, die een veilige terugkeer naar zijn land van herkomst (Iran) bemoeilijkt. De kliniek heeft geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de complexe psychopathologie van de betrokkene, waaronder schizofrenie en een verhoogd risico op gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft het aanhoudingsverzoek van de verdediging afgewezen en benadrukt dat de veiligheid van anderen voorop staat. De rechtbank wil de situatie van de betrokkene over een jaar opnieuw bekijken, in de hoop dat er dan meer duidelijkheid is over zijn vreemdelingrechtelijke status en de mogelijkheden voor resocialisatie. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de noodzaak van de verlenging van de tbs heeft onderbouwd met de adviezen van de kliniek en de huidige omstandigheden van de betrokkene.