ECLI:NL:RBZWB:2025:3587
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewetuitkering wegens niet verschijnen op medische spreekuren
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Het UWV heeft in een besluit van 22 augustus 2023 de ZW-uitkering van eiseres beëindigd met ingang van 12 mei 2023. In het bestreden besluit van 25 april 2024 heeft het UWV de bezwaren van eiseres gegrond verklaard en de ZW-uitkering beëindigd met ingang van 14 juli 2023. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 4 juni 2025 behandeld, waarbij eiseres aanwezig was met een begeleider en het UWV vertegenwoordigd was door een medewerker. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven. Het UWV heeft gesteld dat eiseres zonder geldige reden niet is verschenen op spreekuren bij een verzekeringsarts, waardoor haar recht op een ZW-uitkering niet kon worden vastgesteld. De rechtbank constateert echter dat eiseres de afspraken vooraf heeft afgebeld en dat de belgegevens van het UWV summier zijn, wat onduidelijkheid schept over de reden van afwezigheid. De rechtbank heeft twijfels over de mogelijkheid van eiseres om deel te nemen aan de spreekuren, gezien haar psychische toestand en de omstandigheden rondom haar afwezigheid.
De rechtbank concludeert dat het UWV onzorgvuldig heeft gehandeld door de ZW-uitkering zonder waarschuwing volledig te beëindigen. Ook is het spreekuur ten onrechte telefonisch gehouden, waardoor de verzekeringsarts geen volledig beeld van eiseres kon vormen. Gezien deze gebreken kan het bestreden besluit niet in stand blijven. Het beroep wordt gegrond verklaard, het bestreden besluit wordt vernietigd en de rechtbank herroept het primaire besluit, waardoor de beëindiging van de ZW-uitkering ongedaan wordt gemaakt. Het UWV moet het betaalde griffierecht van € 51,- aan eiseres vergoeden.