Uitspraak
verblijvende in [FPC] , [adres] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 6 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde, geboren in 1984, die momenteel verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC). De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd na een veroordeling voor doodslag in 2011, waarbij de Hoge Raad in 2012 de gevangenisstraf heeft verminderd. De tbs is op 24 mei 2015 ingegaan en is voor het laatst verlengd op 25 mei 2023.
Tijdens de zitting op 23 mei 2025 is de officier van justitie gehoord, evenals de veroordeelde en zijn raadsman, mr. A.R. Ytsma. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen, gezien de complexe psychische problematiek van de veroordeelde, waaronder een autismespectrumstoornis en andere psychische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is en dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen.
De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor meer duidelijkheid in het resocialisatieproces, niet gevolgd. De deskundige heeft aangegeven dat de stappen in het resocialisatieproces zorgvuldig moeten worden doorlopen. De rechtbank concludeert dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar moet worden verlengd, gezien de huidige situatie en de noodzaak voor verdere begeleiding en monitoring van de veroordeelde.