In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering beoordeeld. Het UWV had op 23 oktober 2023 besloten de uitkering van eiseres te beëindigen per 24 december 2023, wat door eiseres werd bestreden. De rechtbank heeft de zaak op 8 mei 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van het UWV, mr. E.A.M. Vervoort.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Dit oordeel is gebaseerd op medische rapporten van verzekeringsartsen van het UWV, die hebben vastgesteld dat eiseres lijdt aan posttraumatische stressstoornis (PTSS) en aanpassingsstoornissen, maar dat zij niet meer voldoet aan de criteria voor geen benutbare mogelijkheden. Eiseres had eerder een WIA-uitkering aangevraagd na uitval als call-agent vanwege psychische klachten, maar de rechtbank oordeelt dat de medische beoordeling zorgvuldig is uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen adequaat zijn.
Eiseres heeft aangevoerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat haar klachten onvoldoende zijn erkend. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verzekeringsartsen bekend waren met haar klachten en dat de medische rapportages volledig waren. De rechtbank oordeelt dat de door het UWV vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van 0,00% correct is, en dat de beëindiging van de WIA-uitkering per 24 december 2023 terecht is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat er voor haar geen veranderingen optreden en dat zij geen proceskostenvergoeding ontvangt.