Strie vordert - samengevat - uitvoerbaar bij voorraad, bij vonnis:
I. de huurovereenkomst te ontbinden,
II. [gedaagde] te veroordelen om het gehuurde met aanhorigheden binnen drie dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis met al wie of wat zich daarin of daarop vanwege [gedaagde] mocht bevinden, te ontruimen en te verlaten en met overgifte der sleutels ter vrije en algehele beschikking van Strie te stellen, bij gebreke waarvan deze ontruiming gedwongen zal plaatsvinden door een gerechtsdeurwaarder,
III. [gedaagde] te veroordelen om aan Strie te betalen:
a. € 7.859,44, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, gerekend vanaf de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
b. een bedrag van € 780,45 per maand, zijnde de door [gedaagde] aan Strie verschuldigde huurverplichting vanaf 28/02/2025, tot aan het tijdstip dat de huurovereenkomst wordt ontbonden,
c. terzake van schadevergoeding een bedrag van € 780,45 per maand, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt geteld vanaf de ontbinding tot aan het tijdstip dat Strie het gehuurde onder dezelfde voorwaarden aan een ander heeft verhuurd, echter ten hoogste tot de expiratiedatum van de huurovereenkomst, dan wel in het geval het gehuurde eerst na expiratiedatum wordt ontruimd tot de ontruimingsdatum;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.