Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 23 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Bernhardstraat te Sprang-Capelle op 3 april 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting is de gemachtigde van de betrokkene verschenen en heeft aangevoerd dat de gedraging niet ontkend wordt, maar dat de omstandigheden het opleggen van een sanctie niet rechtvaardigen. De betrokkene zou in een noodtoestand hebben verkeerd, omdat haar zoon een paniekaanval kreeg, en bovendien zou de financiële situatie van de betrokkene het niet toelaten om de boete te betalen. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedraging voldoende is vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant en de foto’s in het dossier. De kantonrechter heeft de zekerheidstelling op nihil gesteld, maar het beroep ongegrond verklaard, omdat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de boete terecht was opgelegd. De verzoeken om proceskostenvergoeding zijn afgewezen.