Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 5 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Burg. Freijterslaan te Roosendaal op 6 januari 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie.
Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de persoonlijke omstandigheden, waaronder een recente diagnose van borstkanker en de noodzaak om naar een bestralingssessie te rijden. Betrokkene stelde dat de snelheidsovertreding niet gevaarlijk was en vroeg om een heroverweging van de boete. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht om het beroep gegrond te verklaren, verwijzend naar onvolledige schouwrapporten bij de flitspaal, die niet de handhavingsborden vermeldden.
De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden, mede door de onvolledigheid van de schouwrapporten. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen of er sprake was van deugdelijke bebording ten tijde van de vermeende overtreding. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de boete en droeg de officier van justitie op het betaalde bedrag van € 49,- aan betrokkene terug te betalen. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.