Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 2 juli 2023. De betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 11 april 2025 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt ingenomen dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. De gemachtigde voerde aan dat de foto’s in het dossier niet aantonen dat het voertuig van de betrokkene het verkeerslicht heeft gepasseerd en dat er sprake was van schending van de hoorplicht.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat van een bestuurder verwacht mag worden dat hij anticipeert op een naderend verkeerslicht en zijn snelheid aanpast. De kantonrechter heeft overwogen dat de betrokkene onvoldoende heeft geanticipeerd op het verkeerslicht, aangezien het licht 2.9 seconden geel heeft gestraald voordat het rood werd. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.