ECLI:NL:RBZWB:2025:3348

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
30 mei 2025
Zaaknummer
11344685 \ MB VERZ 24-1360
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, termijnoverschrijding niet verschoonbaar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op 10 juni 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die dit beroep niet-ontvankelijk verklaarde omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 13 mei 2025 heeft de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. I.M.E. van der Meijden, aangevoerd dat het beroep ongegrond verklaard moet worden, omdat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie was overschreden. Betrokkene stelde dat haar zoon de bestuurder was en dat hij niet was staande gehouden, en dat er geen bewijs was van de gedraging. De gemachtigde van betrokkene voegde hieraan toe dat de vertraging in de postverwerking bij het Openbaar Ministerie niet aan betrokkene kon worden toegerekend.

De kantonrechter overwoog dat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie zes weken bedraagt, en dat deze termijn op 1 augustus 2023 eindigde. Het beroepschrift was echter pas op 4 september 2023 ontvangen, wat te laat was. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. De nalatigheid van de gemachtigde en de tussenpersoon “Bonnetje.nl” kwam voor rekening van betrokkene. Daarom verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, zonder in te gaan op de vraag of de boete terecht was opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11344685 \ MB VERZ 24-1360
CJIB-nummer : 3062 5422 5851 7014
uitspraakdatum : 13 mei 2025
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] (My Legal Consultancy B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 13 mei 2025. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen samen met haar zoon [persoon] . Gemachtigde is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op Belcrumweg (t.h.v. kruising Stationslaan) te Breda op 10 juni 2023 om 06:58 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat haar zoon reed op dat moment en dat hij niet is staandegehouden. Verder is hier ook geen bewijs van n, zoals bijvoorbeeld foto’s.
Gemachtigde stelt aanvullend dat het beroep tijdig is ingediend, maar door onvoorziene vertragingen in de postverwerking bij het Openbaar Ministerie ten onrechte een verhoging werd toegepast. Gemachtigde wenst te benadrukken dat het niet de intentie is om de niet-ontvankelijkverklaring van het administratief beroep aan te vechten, maar dat het uitsluitend ziet op de ongegronde verhoging van de boete, welke uitsluitend buiten de controle van betrokkene lag. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft de zoon van betrokkene aangevoerd dat hij geen ervaring had met het instellen van beroep. Zo kwam hij via internet terecht bij Bonnetje.nl, waar hij vervolgens niets meer van hoorde. Toen hij contact had gezocht zeiden ze dat hij niet hoefde te betalen en niets hoefde te doen. Het betalen was het probleem niet.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, omdat het beroep bij de officier van justitie niet tijdig is ingesteld en die termijnoverschrijding ook niet verschoonbaar is.

Overwegingen

De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat is ingesteld.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 1 augustus 2023. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 4 september 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan haar kan worden toegerekend. Zij heeft het instellen van beroep overgelaten aan haar zoon, die de bestuurder was geweest. De zoon heeft het op zijn beurt weer overgelaten aan een ander, namelijk “Bonnetje.nl”, die het beroep zou indienen. Maar dat is niet (op tijd) gebeurd. Deze nalatigheid van “Bonnetje.nl” komt voor rekening en risico van betrokkene.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep tegen die beslissing is dan ook ongegrond. Dit betekent dat de kantonrechter niet toekomt aan de beoordeling of de boete terecht is opgelegd.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2025.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: