ECLI:NL:RBZWB:2025:3330
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake intrekking alcoholwetvergunning en weigering exploitatievergunning
In deze zaak heeft verzoeker, h.o.d.n. [onderneming], beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van Bergen op Zoom van 2 april 2025, waarbij de alcoholwetvergunning is ingetrokken en de exploitatievergunning is geweigerd. Verzoeker heeft op 1 mei 2025 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen zitting nodig was, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De burgemeester had op 21 november 2024 besloten om de alcoholwetvergunning in te trekken en de exploitatievergunning te weigeren, na een eerdere sluiting van de horeca-inrichting op grond van de Opiumwet. Verzoeker heeft zijn zienswijze kenbaar gemaakt, maar de burgemeester heeft de bezwaren ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter heeft vervolgens beoordeeld of verzoeker in een situatie verkeert die een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening te verstrekkend is, omdat verzoeker niet voldoende heeft onderbouwd dat hij in een dringende financiële nood verkeert. Verzoeker ontvangt een bijstandsuitkering en kan daarmee in zijn levensonderhoud voorzien. Het verzoek is afgewezen, en de voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat een verzoek om versnelde behandeling een meer geëigende weg zou zijn voor verzoeker om snel duidelijkheid te verkrijgen. De uitspraak is gedaan op 22 mei 2025 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.