In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het gezag over twee minderjarige kinderen. De vader, bijgestaan door advocaat mr. C.C.B. Boshouwers, heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat de communicatie tussen de ouders al jaren problematisch is en de moeder onbereikbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet meer ingeschreven staat in Nederland en nauwelijks contact heeft met de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek van de vader toe te wijzen, omdat het in het belang van de kinderen is dat de vader alleen het gezag uitoefent. De rechtbank heeft de situatie van de kinderen en de onbereikbaarheid van de moeder in overweging genomen en geconcludeerd dat de vader de stabiele factor is in het leven van de kinderen. De rechtbank heeft daarom besloten dat het gezag over de kinderen voortaan aan de vader alleen toekomt en heeft deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.