ECLI:NL:RBZWB:2025:3254
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- P.W.G. de Beer
- E.B. Prenger
- M.P.H. van Drunen
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in een strafzaak met een minderjarige betrokkene
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene die in 2022 was veroordeeld voor het medeplegen van moord en het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank constateert dat de tbs op 13 mei 2023 is aangevangen en dat de vordering tot verlenging is ingediend door de officier van justitie op 26 maart 2025. De rechtbank heeft de zaak achter gesloten deuren behandeld, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene in acht is genomen. De betrokkene, die op het moment van de veroordeling nog minderjarig was, is bijgestaan door zijn raadsvrouw en er zijn deskundigen gehoord. De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen, gezien de problematiek van de betrokkene, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de tbs verlengd, waarbij zij benadrukt dat de betrokkene nog een lange weg te gaan heeft in zijn behandeling en dat er nog geen zicht is op uitstroommogelijkheden.