ECLI:NL:RBZWB:2025:3249
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom wegens permanente bewoning van een recreatiewoning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 26 mei 2025, staat de last onder dwangsom centraal die is opgelegd aan eiser wegens de permanente bewoning van een recreatiewoning. Eiser, die is ingeschreven op het adres van de recreatiewoning, is het niet eens met de opgelegde last en heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank beoordeelt of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam terecht de last onder dwangsom heeft opgelegd. De rechtbank komt tot de conclusie dat het college bevoegd was om handhavend op te treden, aangezien eiser de recreatiewoning permanent bewoont, wat in strijd is met de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Beheersverordening recreatieterreinen Alphen-Chaam.
De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser, die stelt dat het college niet handhavend optreedt tegen andere bewoners van het recreatiepark. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij ongelijk wordt behandeld ten opzichte van andere bewoners. De rechtbank bevestigt dat het college de last onder dwangsom mocht opleggen en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser krijgt geen gelijk en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het college de last onder dwangsom kan handhaven. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.