ECLI:NL:RBZWB:2025:3194
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 23 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer BRE 24/7781. De rechtbank beoordeelt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die betrekking heeft op de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2022. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 51,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende op 20 november 2024 en opnieuw op 19 december 2024 heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat de belanghebbende hier geen gevolg aan heeft gegeven. De rechtbank heeft geen verontschuldigbare redenen voor het niet tijdig betalen van het griffierecht kunnen vaststellen. Hierdoor blijft het bestreden besluit van de inspecteur in stand en wordt het beroep niet inhoudelijk beoordeeld. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.