ECLI:NL:RBZWB:2025:3185
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025, met zaaknummers 24/7955 en 24/7956, wordt beslist over de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald. De belanghebbende had het griffierecht van € 51,- moeten betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar er is geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, tenzij er een goede reden is voor het verzuim. Aangezien de belanghebbende geen reden heeft opgegeven, blijft de niet-ontvankelijkheid van de beroepen in stand. De rechtbank besluit de beroepen niet inhoudelijk te beoordelen en de bestreden besluiten blijven dus in stand. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.