Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
feit 2:samen met een ander [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] met de dood heeft bedreigd.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 1 januari 2022 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een mes in het bovenlichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op 1 januari 2022 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers hebben hij en zijn mededader opzettelijk dreigend meerdere messen aan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] getoond en daarbij/vervolgens opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd “ik maak je af” en “daar heb ik niks mee te maken, aan de kant. Ik maak je af” en “ik maak je kapot” en “ik maak jullie allemaal kapot” en “jij moet je kop houden, anders ga je er ook aan”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 1 impliciet primair ten laste gelegde feit;
een gevangenisstraf van 5 (vijf) maanden;
[slachtoffer 1]van € 3.135,-, waarvan € 635,- aan materiële schade en € 2.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der voldoening;
mr. K. Verschueren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.W. Schalk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 januari 2025.
10.Bijlage I
hij op of omstreeks 1 januari 2022 te [plaats] , gemeente Roosendaal, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, althans om aan die [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in/tegen het (boven)lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 1 januari 2022 te [plaats] , gemeente Roosendaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader, opzettelijk dreigend een/meerdere messen, aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] getoond en/of daarbij/vervolgens opzettelijk dreigend de woorden toegevoegd “ik maak je af” en/of “daar heb ik niks mee te maken, aan de kant. Ik maak je af” en/of “ik maak je kapot” en/of “ik maak jullie allemaal kapot” en/of “jij moet je kop houden, anders ga je er ook aan”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )