In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld, omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal volgens haar niet op tijd heeft beslist op een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) van 18 november 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen het college moet beslissen inmiddels is verstreken. Eiseres heeft het college op 31 december 2024 in gebreke gesteld, en sindsdien zijn er twee weken verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank bepaalt dat het college alsnog binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een besluit moet nemen.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt gelijk, en het college moet het griffierecht van € 385,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op 21 mei 2025.