In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 april 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1947, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 4 april 2025. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn advocaat, een psychiater en een OGGZ zorgverlener gehoord. Betrokkene, die slechthorend is, ontkent dat hij een psychische stoornis heeft en beweert dat hij geen zorg nodig heeft. De psychiater en de OGGZ zorgverlener hebben echter aangegeven dat betrokkene lijdt aan een waanstoornis, wat leidt tot overlast voor zijn buren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van betrokkene, voortvloeiend uit zijn psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel voor zijn omgeving, waaronder psychische en materiële schade en gevaar voor de veiligheid van personen en goederen. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie indien ambulante zorg onvoldoende blijkt te zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter T.N.E. Meyboom, met griffier A.M.M. Baremans aanwezig.