ECLI:NL:RBZWB:2025:2956

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
15 mei 2025
Zaaknummer
C/02/434484 / FA RK 25/2032
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 april 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De rechtbank ontving op 23 april 2025 een verzoekschrift van de officier van justitie om de crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1968, te verlengen. De betrokkene verblijft in een GGZ-instelling en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder een angststoornis en manisch psychotische ontregeling. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, werd de betrokkene bijgestaan door haar advocaat, mr. Z. Yeral, en waren ook medische professionals aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder risico op lichamelijk letsel en psychische schade. De betrokkene heeft zich verzet tegen de zorg en heeft eerder medicatie stopgezet, wat heeft geleid tot verward gedrag en agressie. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Daarom verleende de rechtbank de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldt tot en met 16 mei 2025. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder medicatietoediening en opname in een accommodatie, en andere verzoeken afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter Meyboom, met griffier Baremans aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/434484 / FA RK 25/2032
Datum uitspraak: 25 april 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
hierna te noemen betrokkene,
wonende te [plaats 1] ,
verblijvende te [plaats 2] , [accommodatie] , [locatie] ,
advocaat mr. Z. Yeral.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 23 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam 1] , arts in opleiding tot specialist.
Ook was aanwezig [naam 2] , afdelingsverpleegkundige.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel te [plaats 2] , [accommodatie] . De burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom heeft de crisismaatregel gegeven op 23 april 2025.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene merkt in eerste instantie op dat zij niet om een advocaat heeft gevraagd. Verder geeft zij aan dat zij nog steeds op vrijwillige basis in de Ggz instelling verblijft, dat er daar met magnetisme wordt gewerkt en dat zij zich gefopt voelt. Op de vraag of zij in de Ggz opgenomen wil blijven kan zij geen antwoord geven. Op de vraag of zij bereid is medicatie te gebruiken antwoordt betrokkene “als dat nodig zou zijn heb ik daarvoor altijd nog mijn psychiater”.
4.2.
De arts in opleiding tot specialist brengt naar voren dat betrokkene bij het eerste contact met hem alleen maar lachte en dat een gesprek met haar niet mogelijk was. Betrokkene is aanhoudend geagiteerd en prikkelgevoelig. Dit past bij het beeld dat bestaat bij manisch psychotische ontregeling. Haar gedrag heeft nog steeds een onmiddellijk dreigend risico op met name het uitlokken van agressief gedrag van anderen. Ook is slaapdeprivatie luxerend aan het actuele toestandsbeeld. Om te kunnen werken aan stabilisatie acht hij voortgezette verplichte zorg noodzakelijk. De verwachting is dat ook medicatie toediening noodzakelijk zal zijn om ervoor te kunnen zorgen dat het toestandsbeeld van betrokkene opklaart. Daarnaast ziet hij de noodzaak voor het verplicht (kunnen) toepassen van medische controles of andere medische handelingen, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname. De overige verzochte zorgvormen zijn op dit moment niet noodzakelijk. Hij ziet op dit moment geen mogelijkheden voor ambulante zorg ter afwending van het ernstig nadeel.
4.3.
De advocaat voert aan dat, ondanks meerdere door hem ondernomen pogingen, hij niet met zijn cliënte tot een gesprek is kunnen komen. Hij kan dan ook niet namens betrokkene een standpunt innemen. Daarom refereert hij zich aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat, indien de rechtbank het verzoek toewijst, hij verzoekt ‘insluiten’ als verplichte zorgvorm af te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de stukken en de mondelinge behandeling dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- acute maatschappelijke teloorgang;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene al langere tijd psychiatrische zorg heeft wegens een angststoornis. Sinds enkele weken is er sprake van slaapdeprivatie en toenemend verward gedrag met achterdocht, betrekkingsideeën en agressie. Betrokkene heeft thuis fysiek agressief gedrag naar haar partner vertoond, zij heeft spullen vernield en een vluchtpoging ondernomen, waarop zij in beeld is gekomen bij de politie. Betrokkene was zonder overleg gestopt met het gebruik van de haar voorgeschreven medicatie.
5.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling dat vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een stoornis, in de medische verklaring omschreven als schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Voor andere vormen van verplichte zorg bestaat geen noodzaak, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.6.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene] ,geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968, inhoudende dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.5 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 mei 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2025 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier, en op schrift gesteld op 9 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.