Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek om zorgmachtiging. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1989, die in een crisisopname verkeerde en eerder behandeld is voor PTSS. De officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, omdat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek bipolaire-stemmingsstoornissen, en er ernstig nadeel dreigde. Tijdens de zitting, die op 25 april 2025 plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en zorgprofessionals. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene bereid is om de noodzakelijke zorg te accepteren, ook na haar aanstaande ontslag. De rechtbank oordeelde dat het gedrag van betrokkene, voortvloeiend uit haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Echter, omdat betrokkene zich niet verzet tegen de noodzakelijke zorg en bereid is om samen te werken, heeft de rechtbank het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 9 mei 2025.